776 8 AUGUSTUS 1972 voudig niet mogelijk. In een later stadium - maar zeer binnenkort - moeten daar besluiten over worden genomen. Vooralsnog houdt het overgrote deel van onze beide fracties vast aan ons voorstel een aan deelhouderscommissie in te stellen. Dat zouden wij opnieuw ter dis cussie willen stellen, doch als wij daarin alleen blijven staan zullen wij graag de opvattingen van de andere fracties over de juridische structuur vernemen. De gedachten in het rapport wijken niet ver af van de onze. In tweede instantie zal mevrouw Van Nes zo mogelijk dieper op dit facet van de zaak ingaan. Tenslotte het personeel. De positie van het personeel is een zeer belangrijk facet van deze hele zaak. Te lang heeft het personeel in onzekerheid geleefd. Onze fractie onderschrijft dan ook hun wens dat nu eindelijk alle onzekerheid wordt weggenomen. Het personeel moet weten waar het aan toe is en daarom alleen al moeten er vanavond zaken worden gedaan. Overigens is de positie van het personeel wel afhan kelijk van de toekomstige juridische structuur van het Turfschip. Het personeel is ermee gebaat als er vanavond een uitspraak wordt gedaan over een verdergaande exploitatie van het Turfschip voor bepaal de of onbepaalde tijd. Wij moeten een beslissing nemen die de mensen voor een uitdaging plaatst; wij moeten de mensen de ruimte geven zich zelf waar te maken. Die ruimte hebben zij nu beslist niet. Ook moeten wij zekerheid krijgen over de positie van het personeel in het geval dat het voorstel van de garanten wordt geëffectueerd. Valt daar vanavond al iets over te zeggen? Dit is wat onze beide fracties in eerste instantie over diverse on derdelen van dit onderwerp te zeggen hadden. Ik hoop dat onze bedoe lingen goed zijn overgekomen. Uiteraard zullen verschillende leden van de fracties in tweede instantie uitvoeriger op de onderscheiden fa cetten ingaan, eventueel gepaard aan het indienen van concrete voor stellen. De heer DEES: Namens de V. V. D. -fractie wil ik graag mijn waardering uitspreken voor het vele werk dat de commissie ad hoe Turfschip in korte tijd heeft verricht. Het centrale punt in de rapportage van de commissie is wel de beantwoording van de vraag op welke wijze en in welke mate de ge meentelijke overheid met ae beperkte middelen die haar ten dienste staan de koers van het Turfschip zodanig kan wijzigen dat 1. de Bredase gemeenschap optimaal kan profiteren van dit ge bouw; 2. gemeenschapsgelden verantwoord en doelmatig worden besteed. In dit licht bezien heeft de commissie naar onze mening de on gekende mogelijkheden van deze accommodatie juist benaderd en over zichtelijk geconcretiseerd. De wijze waarop de verschillende advies raden en andere instanties hetzij afwijzend dan wel ondersteunend heb ben gereageerd op de aanbevelingen van de commissie, heeft ons alleen maar gesterkt in onze opvatting dat de cultuur niet plaatsgebonden zou moeten zijn. Mijn fractiegenoot de heer Van Merkom heeft daar tijdens een van de hearings terecht op gewezen en het verheugt mij dat ook de heer Van Loon dit vanavond in zijn toelichting naar voren heeft ge bracht. Hoewel de commissie, zoals zij stelt, niet de pretentie heeft ge had het cultuurbeleid te formuleren, heeft zij toch op indirecte wijze dit uitgangspunt tot uitdrukking gebracht. In dit kader wordt gesproken over de mogelijkheid van een ruimtelijke verplaatsing van de Beyerd-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 776