781
8 AUGUSTUS 1972
waar het hier om gaat waren immers ook garanten, die nauw betrokken
waren en zijn bij het Turfschip en ik kan het dan ook niet erg waarderen
dat men hier nu pas mee komt. Er zijn met betrekking tot het voorstel
van het bedrijfsleven bij ons nogal wat vraagtekens gerezen. Ik zal daar
echter niet verder op ingaan, want zowel de heer Van Loon als de heer
Dees hebben hierover al het een en ander naar voren gebracht. Het is,
zoals de wethouder aan het begin van zijn betoog heeft gezegd, de be
doeling dat men met deze mensen rond de tafel gaat zitten en dat dui
delijk wordt aangegeven hoe de verhouding tot de gemeenteraad zal
zijn, opdat wij duidelijk weten waar wij aan toe zijn. Gaarne willen
wij het preadvies van het college met betrekking tot deze zaak afwach
ten.
De heer VON SCHMID: Bij het begin van mijn betoog wil ik, al
thans in de geest, aanknopen bij het debat van 11 november 1971. Toen
wisten wij in feite niet wat wij met het Turfschip moesten doen. De
raad wist het niet, het college evenmin en vandaar dat er allerlei sug
gesties zijn gedaan. Het enige winstpunt - zo hebben wij het toen al
thans aangemerkt en zo zien wij het nog steeds - is dat toen algemeen
door het grootste deel van de raad de conclusie werd getrokken dat het
Turfschip als congrescentrum een mislukking is geworden. Weliswaar
gingen er enkele stemmen op van mensen die het anders zagen, maar
dit was toch wel de algemene tendens.
De meerderheid van de raad hoopte toen nog op een Turfschip als
gemeenschapscentrum, waarin dus een aantal gemeenschapsvoorzieningen
zou kunnen worden getroffen, en als een soort centrale voor culturele ac
tiviteiten, als ik het zo mag samenvatten. Vanuit die geestesgesteldheid
is naar ik meen toen de motie-Van Loon voortgekomen, alsmede het be
sluit tot het instellen van de commissie die zijn naam draagt en die zou
moeten onderzoeken wat er op dit gebied mogelijk is. Wij hebben ons
toen tegen di e motie uitgesproken, niet alleen omdat wij een andere
visie hadden op het Turfschip, maar ook omdat wij de stelling verwor
pen - en nog steeds verwerpen - dat wij het Turfschip maar moeten op
vullen met activiteiten van de Beyerd, de Stadsschouwburg en nog een
heleboel andere zaken. Naar ons gevoel werd dit zonder een gedegen stu
die vooraf zomaar plotseling in ons midden geplaatst als een aardige
uitweg uit de toestand op dat moment, omdat wij helemaal niets wisten
als raad en college. Zoals men in de verslagen kan lezen heeft men het
in de stad over "paniekvoetbal" gehad, maar ik geloof dat men het wel
zo kan beschouwen dat men gewoon niet onder ogen durfde zien hoe de
feiten werkelijk lagen en daarom op uitstel heeft gespeeld. Dat uitstel
hebben wij ook gehad, want het is nu bijna een jaar later en er is nog
steeds niets gebeurd.
Er waren echter ook andere geluiden te horen, met name van
onze kant. Het Turfschip is opgezet als congrescentrum, zelfs als in
ternationaal congrescentrum. Dat is niet gelukt door allerlei oorzaken
waar ik nu niet verder op wil ingaan. Wij hebben het daar indertijd
ook al uitvoerig over gehad. Die mislukking moeten wij onder ogen
zien en wij moeten niet proberen iets te redden dat helemaal niet aan
zijn doel beantwoord, zeker niet als zo'n oplossing ten koste moet gaan
van goed functionerende instellingen als de Stadsschouwburg en de
Beyerd en bovendien niet omdat er alsmaar hopen geld bij zullen moe
ten in een eindeloze reeks van komende jaren. Dat geld kan veel be
ter worden besteed aan andere sectoren, ook culturele, sectoren van
het Bredase gemeenschapsleven waar wij nu geen geld voor hebben