8 AUGUSTUS 1972
omdat alles naar het Turfschip gaat. Naar onze mening gaat het dus
nog steeds om dezelfde vraag, namelijk: moeten wij het Turfschip
handhaven? Is het Turfschip het waard dat de gemeenschap er geld in
blijft pompen? Daarom hebben wij als onze mening uitgesproken dat
het Turfschip verkocht dient te worden en hebben wij het college ver
zocht te onderzoeken of daartoe mogelijkheden bestaan. Ik ben er van
overtuigd dat er straks weer gezegd zal worden dat wij daarmee niet
van de zaak af zijn, natuurlijk niet, want het is helemaal geen fijne
oplossing, die ook met grote verliesposten enz. gepaard zal gaan. On
ze conclusie is echter dat, als wij een en ander tegen elkaar afwegen,
het een aflopend verlies is en dat is altijd veel plezieriger dan een per
manent deficit waar wij niet uit komen, tenzij er inmiddels een oplos
sing komt die ons de garantie biedt dat het allemaal anders loopt, maar
daar moeten wij het nu dan over hebben. Nu is het dan vele maanden
later, maar in feite bevinden wij ons naar mijn oordeel nog in precies
dezelfde situatie. Wij zouden alleen kunnen zeggen dat die nog ondoor
zichtiger is geworden dan zij indertijd al was. Wat bijvoorbeeld nog
steeds heel duidelijk ontbreekt is een beleidsvoorstel van het college;
ik krijg sterk de indruk dat het college nog steeds afwacht wat er uit
de raad naar voren komt, in de geest van ''misschien komt er wel een
aardig idee uit de raad en als er helemaal geen idee komt gaan wij maar
rustig zo door". Dat hoeft niet waar te zijn, maar zo komt het wel bij
mij over, ik heb tenminste niet de indruk dat men een duidelijke visie
voor ogen heeft. Weliswaar heeft wethouder Van Graafeiland voortdurend
het woord "criteria" gebruikt, maar ik moet eerlijk zeggen dat hij voor
mij niets duidelijker heeft kunnen maken ten opzichte van het eerdere
debat over het Turfschip. Misschien kan hij daar dus nog iets aan toe
voegen om te verduidelijken wat er nu eigenlijk allemaal veranderd is in
de maanden dat wij nog steeds met het scheepje van de heer Kroon verder
varen.
Het is met name ondoorzichtiger geworden doordat de commissie-
Van Loon van alles overhoop heeft gehaald; men zou bijna kunnen zeg
gen dat, althans voor het publiek, de zaak wel voor een deel de mist
is ingegaan. Niet voor ons en ook niet voor de heer Van Loon, die -
gelukkig maar - de draad nog steeds te pakken heeft, zoals uit alles blijkt,
maar ik ben er van overtuigd dat het voor een heleboel mensen erg ver
warrend heeft gewerkt wat er allemaal aan de orde is gekomen. In feite
leek het er een tijd om te gaan, ook als men de verslagen leest, of het
ging om een Bredaas cultuurbeleid op lange termijn. De heer Van Loon
zegt nu echter dat het daar helemaal niet om gaat en daar heeft hij
ook eigenlijk gelijk in, want naar onze mening is de kwestie doodeen
voudig deze; hoe redden wij het Turfschip en als wij daar dan de Beyerd
en de Stadsschouwburg voor moeten opofferen, enfin, dat moet dan
maar. Dat grijpt natuurlijk wel op de cultuur in, maar dat was niet
de hoofdopzet; het is gewoon een vervelend gevolg.
Als je van cultuur houdt moeten de haren je eigenlijk wel ten ber
ge rijzen als je in het rapport van de commissie leest dat men bestaande
culturele instellingen zomaar wil opbreken en overbrengen naar het
Turfschip. Ik geloof dat dergelijke historisch gegroeide instellingen
in de stad, waarvan de bezoekers het prettig vinden dat zij er zijn en
dat daar een bepaalde sfeer heerst, niet straffeloos in een gebouw kan
zetten dat voor velen nu niet bepaald aantrekkelijk blijkt te zijn. Wan
neer de heer Van Loon zegt dat de commissie niet aan de cultuur komt
is dat dus niet waar, want zij komt er wel aan door de voorstellen die
zij heeft gedaan. Ik hoop dan ook dat er helemaal niets van zal komen.