785 8 AUGUSTUS 1972 van dit gezwel waar wij tot nu toe alsmaar mee doorsukkelen en dat toch niet beter wordt. De heer VAN BANNING: De heren America en Severens en ik hebben ook onze gedachten laten gaan over de zaak van het Turfschip en onze eerste impressie was dat wij eigenlijk verheugd moeten zijn over de methode die vanavond wordt gevolgd. Nadat de heer Van Loon namens de K. V. P. -fractie in november in scherpe bewoordingen had gesproken over een tekort aan tijd en een tekort aan documentatie, woorden die wij ook recentelijk hebben gebruikt bij een andere aan gelegenheid, dachten wij dat het college nu eindelijk een andere weg ging bewandelen door ons rijk te voorzien van documentatie en ons te verzoeken over deze zeer complexe zaak onze mening te geven, waarna het dan later op grond van onze opvattingen, datgene wat in het rapport beslo ten ligt en de inbreng van anderen met concrete voorstellen bij de raad terug zal komen. Na de inleiding van de voorzitter van de commissie is daar op verschillende punten door het college op gereageerd en nu meen ik te hebben begrepen dat de woordvoerder van het college zegt dat men vanavond met betrekking tot een aantal punten graag tot overeenstemming wil komen, in de eerste plaats de opheffing van de commissie ad hoe, onder dankzegging voor de vele door haar verrichte werkzaamheden. Er is echter ook gesproken over beperking van de taak Van de raad van commissarissen, het inkopen van de aandelen van de Kamer van Koop handel en het liquideren van de garanties. Als ik het niet goed heb be grepen zou ik dat graag nog willen horen. Als het echter wel het geval is, moet ik zeggen dat ik bijzonder teleurgesteld ben, omdat wij dan wederom voor snelle beslissingen worden gesteld, waarvan de heer Van Loon in november al heeft gezegd - ik citeer -: "Hoe is het mogelijk dat een college van verstandige en verantwoordelijke bestuurders een derge lijk voorstel zal doen". Die uitspraak zal ik echter niet doen, ik wil hier graag alsnog de mening van het college over vernemen. Wij begrijpen dat er in Breda en ook in deze raad stemmen op gaan die zeggen: verkoop dat Turfschip nu maar, maar toch, de reali teit is dat het Turfschip er nu eenmaal is en wij moeten constateren dat er in een stad als Breda - zojuist is nog gewezen op de functie die Breda in een ruimer verband heeft - een tekort is aan accommodatie, ook voor stedelijke activiteiten. De heer America, de heer Severens en ik hebben onze gedachten laten gaan over dit rapport en wij zijn tot de conclusie gekomen dat dit rapport voornamelijk aangeeft hoe enorm complex deze zaak is. Wij hebben daarin een aantal dingen gemist en wel - de heer Jansen en de heer Von Schmid hebben het ook al gezegd - hebt u nu wel uw oor te luisteren gelegd bij ervaren mensen, zoals ik in een veel vroeger sta dium al heb gevraagd? Genoemd zijn daarbij de Jaarbeurs, het Congres gebouw, ook vanavond weer. Wij hebben ons in het gesprek met ons drieën afgevraagd waarom er nu geen opvatting bij is van deskundigen of van een organisatiebureau die weten hoe men een dergelijke materie moet aanpakken. Die visie hebben wij helaas gemist. Wel is er duidelijk een uitspraak gekomen met betrekking tot de zakelijk? leiding en hoewel wij van mening zijn dat het niet langer kan zoals het in de afgelopen jaren is gegaan, moeten wij toch vast stellen dat deze visie, zoals die bij ons is overgekomen, meer is ge baseerd op gevoelens dan op bewijsvoering. Wij weten dus niet welke de oorzaak precies is en waar dit ligt, maar wel zijn wij van mening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 785