790 8 AUGUSTUS 1972 moeten worden, kunnen wat het tijdstip van indiening betreft nog niet exact worden aangegeven. Daarbij zal echter prioriteit worden gege ven aan een voorstel met betrekking tot de directie en het management, alsmede met betrekking tot de juridische structuur van het Turfschip, De VOORZITTER: Ik meen dat dit voldoende duidelijk is. Straks zal ik de raad in de gelegenheid stellen tot het houden van de tweede instantie, maar ik geloof dat nu eerst het moment is aangebroken om het besluit te nemen tot opheffing van de commissie, dat door de wet houder is aangekondigd. Dit besluit is op schrift gesteld en zal nu wor den rondgedeeld. Men kan daarover nu zijn opvattingen kenbaar maken. De heer ROOZEBOOM: Ik meen dat wethouder Van Graafeiland in zijn eerste inleiding ook heeft gesproken over een preadvies over de indoorsporteru Daar heb ik nu niets meer over gehoord. In de twee de plaats heeft hij in zijn inleiding gesproken over de kwestie van een personele unie, d, w. z» de mogelijkheid en de voor- en nadelen van een samenvoeging van het personeel van een aantal accommodaties. Ik heb niet begrepen welke kant het college daar nu mee uit wil. Hebben wij daarover nog iets te verwachten? De heer CRUL: Ik weet niet of dat wat de heer Roozeboom doet al als tweede termijn is bedoeld, maar. De VOORZITTER: Dat is bepaald wel mijn bedoeling. De heer CRUL: ik vind het een beetje moeilijk, want het is mijns inziens noodzakelijk dat de wethouder hier eerst op antwoordt, omdat hij daar in eerste instantie duidelijk heeft gedoeld, evenals op de beperking van de bevoegdheden van de raad van commissarissen. Hij is daar in tweede instantie niet op teruggekomen en ik meen dat dat van belang is voor de beraadslaging in tweede instantie door de raad. De VOORZITTER: Het lijkt mij inderdaad zinvol dat wethouder Van Graaferland deze twee zaken, die wel besproken zijn maar die hem nu wellicht even zijn ontgaan, nog even beantwoordt. Wij wach ten dan dus nog even met de tweede termijn. De heer AMERICA: Een ding is mij nog niet helemaal duidelijk. De wethouder heeft gezegd dat er in september of oktober een voor stel zal komen met betrekking tot het voorstel van de garanten en later eventuele andere preadviezen. Ik heb dat niet begrepen. De VOORZITTER: Wij zullen het nog eens opnieuw formuleren, opdat het een ieder duidelijk is. Wellicht wil de heer Van Graafeiland nog even op deze twee opmerkingen ingaan. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De door ons voorgestelde pro cedure luidt als volgt. Wij stellen de raad nu voor te besluiten de commissie ad hoe op te heffen. Op 17 augustus kan men dan voorstel len verwachten met betrekking tot de inkoop van de aandelen van de Kamer van Koophandel en het liquideren van de garanties. In septem ber of oktober kan men een preadvies verwachten met betrekking tot het voorstel van de garanten, nadat dit in de tussentijd op zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 790