792 8 AUGUSTUS 1972 moeten combineren, omdat die prioriteit anders wel erg laat tot zijn recht zal komen. De heer JANSEN: Ook ik wil de commissie danken voor haar werk en met name de heer Van Loon voor het antwoord dat hij heeft gegeven, waarin hij heeft meegedeeld dat de contacten zullen worden hernieuwd, alsmede dat met name de bestaande tentoonstellingsacti- vrteiten gecombineerd en zonodig uitgebreid zullen worden, Met betrekkmg tot de opmerkingen van wethouder Van Graaf- eiland over de beleidsvisie van het college en de voorstellen die wij in september of oktober kunnen verwachten kan ik meedelen dat ik hiermee akkoord kan gaan als hij mij kan toezeggen dat hij de sugges ties die vanavond zijn gedaan en de op- en aanmerkingen die zijn ge maakt niet naast zich neer zal leggen, maar dat die duidelijk van in vloed zullen zijn op de totstandkoming van de voorstellen van het col lege. De heer VAN BANNING: Wat betreft het opheffen van de com missie kan ik mij, evenals de heren America enSeverens, aansluiten bij wat door de andere sprekers is gezegd. Met betrekking tot het voor stel dat het college de raad op 17 augustus ter behandeling zal aanbie den zou ik willen opmerken dat ik dat voorstel graag wil afwachten, maar dat het mij toch wel wat verwondert. Als ik het goed begrijp zegt het college namelijk dat die kwestie op 17 augustus aan de orde komt, terwijl in september of oktober een visie zal worden gegeven op het voorstel van de garanten. Tevens is gesproken over de directie en de juridische structuur. Het komt mij voor dat het een juister volgorde zou zijn als het colle ge zijn visie gaf over de toekomst van het Turfschip en dat het daarna op grond van de toekomstverwachtingen zou voorstellen die aandelen te kopen en de garanties te liquideren. Wanneer wij nu bij voorbaat die garanties al prijsgeven, zijn wij weer een bedrag kwijt terwijl wij nog niet eens weten waar wij aan toe zijn en wij nog niet weten waar het geld voor de aandelen vandaan moet komen. De logische volgorde lijkt mij dan ook dat het college eerst voorstelt wat het denkt in de toekomst met het Turfschip te gaan doen. De heer VON SCHMID: Wij hebben inderdaad opgemerkt dat er naar onze mening een beleidsvisie ontbreekt. Nu antwoordt de wet houder daarop dat dit debat mede ten doel heeft tot die visie te komen, als het ware in een gesprek tussen college en raad. Het college komt nu met een bepaalde procedure en dat is dus een beleid, maar of dat van een visie getuigt is een tweede. Daar wil ik het straks nog even over hebben, De heer Van Banning heeft daar trouwens ook al iets over gezegd, mijns inziens zeer terrecht. Ik betwijfel echter ernstig of dit beleid nu een gevolg is van dit debat, want het opheffen van de commissie ad hoc is natuurlijk gewoon een gevolg van het feit dat zij haar advies heeft uitgebracht, dat is verder geen kwestie van overleg om tot een beleid te komen. Dat op 17 au gustus de raad voorstellen zal krijgen tot inkoop van de aandelen van de Kamer van Koophandel en het liquideren van de garanties, is een zaak van het college die niet rechtstreeks volgt uit enig advies van de commissie. Hetzelfde geldt voor het voorstel dat in september of oktober aan de orde komt om nader in te gaan op het voorstel van de garanten. Ook daarover staat niets in het rapport van de commissie, zodat ook dit helemaal zonder dit debat had kunnen gebeuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 792