798 8 AUGUSTUS 1972 niet doorgaan, want er is geen geld voor. De vraag rijst dan of er op dit moment geen andere dingen kunnen worden gerealiseerd die wei nig of geen geld kosten en dan stel ik vast dat het verbreden van de doelstelling in eerste aanleg niets kost. Wij zijn het er allemaal over eens dat gemeenschapsactiviteiten in het Turfschip thuishoren; het gebouw is ervoor geschikt, waarschijnlijk is er ook voldoende animo voor en het personeel en de accommodatie zijn aanwezig. Ik vraag mij dan ook af of wij vanavond er niet op een of andere manier voor kunnen zorgen dat op korte termijn inderdaad allerlei mogelijke ac tiviteiten in het Turfschip plaatsvinden. Wat is daarvoor nodig? Formeel moet eerst de doelstelling wor den veranderd, terwijl daarnaast de mogelijkheid moet worden gescha pen om van die idiote tarieven af te komen die er op dit moment oor zaak van zijn dat geen enkele gemeenschapsactiviteit in het gebouw verwezenlijkt kan worden. Dat wil zeggen dat er de nodige flexibili teit moet komen in de tarievenpolitiek. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de directie, maar die moet daarvoor de vrij heid krijgen; een vrijheid die zij tot nu toe niet heeft gehad, omdat zij gebonden was aan de enige doelstelling van het Turfschip als con gresgebouw en dan liefst nog voor internationale congressen. Het zou mij daarom een lief ding waard zijn als wij vanavond toch op een of andere manier een beslissing zouden kunnen nemen om die gemeenschapsactiviteiten en de daarbij behorende uitbreiding van de horecasector een start te geven. Wat de kosten betreft die dat met zich brengt kunnen wij mijns inziens gerust zijn: de vaste kosten blij ven nagenoeg gelijk, de stijging van de variabele kosten zal naar mijn mening gering zijn, waar een -- zij het misschien geringe -- verho ging van de inkomsten tegenover zal staan. Ik zie dan ook, nogmaals, niet in waarom wij daar vanavond niets aan zouden kunnen doen, ter wijl wij het er toch in feite allemaal over eens zijn. Als de gang van zaken namelijk blijft zoals tot nu toe -- het opheffen van de commis sie is natuurlijk een eenvoudige zaak, dat kost inderdaad geen geld en dat kan men ook op elk moment doen; men kan zelfs weer een nieuwe commissie oprichten, waartoe wij dan de eerste stoot hebben gegeven -- verandert er op het ogenblik niets in het Turfschip. Deze onbevredigende gang van zaken zou mijns inziens kunnen worden om gebogen als wij vanavond nog wegen aangeven om op korte termijn de uitbreiding van de activiteiten in het Turfschip gestalte te geven. Ziedaar het probleem. Ik hoop dat er een manier kan worden gevonden om vanavond toch nog iets te doen. Mochten suggesties op dit punt van de kant van het college uitblijven, dan kunnen wij als nog proberen daartoe een initiatiefvoorstel op tafel te leggen. De VOORZITTER: Begrijp ik goed dat u een voorstel hebt, mijn heer van Os? De heer VAN OS: Nog niet, mijnheer de voorzitter, maar ik neem aan dat het college, als daarover een duidelijke communis opi nio in de raad bestaat, daartoe de nodige activiteiten kan ontwikkelen. De VOORZITTER: Ik wil u daartoe niet aansporen, zoals u zult begrijpen. Ik stel vast dat de tweede termijn hiermee ten einde is, zodat het woord wederom aan de wethouder is voor zijn antwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 798