17 AUGUSTUS 1972
812
x. Beschikkingen van de Kioon op diverse verzoeken inzake de Mo
numentenwet (plaatsing op vastgestelde lijst van beschermde mo
numenten):
(St. Janstraat 25, Korte Brugstraat 10 en Veemarktstraat 41)
(beroepen ongegrond verklaard),
y. brief secretaris Monumentenraad over opschorting beroep Vee
marktstraat 68 en 74.
z. brief van de Beyeid Commissie van de Culturele Raad met het
verzoek het voorlopig rapport van de Beyerd Commissie over een
cultureel centrum te betrekken bij Uw meningsvorming over aan
gelegenheden die betrekking hebben op een cultureel centrum,
aa. bijlage nr. 243
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 20 januari 1972)
De heer VAN OS: Ik verzoek u mij van uw antwoord op de brief
onder nr. 2b van deze agenda behandeld zo spoedig mogelijk een af
schrift te doen toekomen, opdat ik uw visie op de spreiding van be
jaardentehuizen en de daarmede samenhangende problemen zo snel
mogelijk kan vernemen»
ANTWOORD
Op 16 juni 1972 is aan de steller van de vraag een afschrift toegezon
den van onze brief van 15 juni d. a. v. aan de heer Th. Koene als
eerste ondergetekende van een tweetal bezwaarschriften tegen de uit
breiding van Huize Overakker.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 23 mei 1972)
De heer JANSEN merkt op; er gaan geruchten dat door het Enwa-
bedrijf een schrijven wordt rondgestuurd met het verzoek de meter
stand op te nemen en de nabetaling binnen drie maanden te voldoen.
Is het, wanneer dit werkelijk het geval is, niet mogelijk dit bedrag
in een twaalftal termijnen te voldoen, zodat het voor iedereen be
taalbaar is?
ANTWOORD
Door het energie- en waterbedrijf is tegelijk met de jaarafrekening
1971/1972 de brochure neemt U er even nota van" aangeboden, waar
in een hoofdstuk voorkomt "bijbetaling-terugbetaling"Onder het hoofd
"bijbetaling" wordt onder meer gechreven dat bijbetaling van bedragen
die groter zijn dan 50,--, in drie termijnen zal woiden ingevorderd.
Het ontstaan van grote bijbetalingen wordt in het algemeen veroorzaakt
door
het verlagen van de voorschotten in de loop van 1971 op verzoek
van de verbruiker
het in gebruik nemen van gasapparatuur zonder kennisgeving aan
het energie- en waterbedrijf
een onjuiste schatting van de verbruiker vóór 1 mei 1971, omdat
de verbruiker veel afwezig is en verzuimd heeft zelf standen op te
geven. In dergelijke gevallen is het naar wij menen niet juist de
krediettermijn te verlengen.
Vooral niet omdat een langere looptijd dan 3 maanden de kans op