825 17 AUGUSTUS 1972 van nieuwe benzineverkooppunten nagenoeg geheel ontbreekt. De VOORZITTER: Ik meen dat de discussie hiermee geëindigd kan worden. In tweede termijn zullen wij niet veel verder komen. Het college heeft dit mijns inziens voldoende toegelicht. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil nog even opmerken dat ik niet gezegd heb dat er een conflictsituatie is tussen de dienst van openbare wer ken en de dienst van jeugd en sport. Ik sprak over een conflictsituatie tussen de raad en de bevolking, alsmede van overleg tussen de dienst van openbare werken en de dienst van jeugd en sport. Onzes inziens zou een eerder, beter en nader overleg op zijn plaats geweest zijn. De heer VAN OS: Als de raad zich zo formeel opstelt als de wethou der dat vanavond gedaan heeft krijgt hij het verwijt te horen dat er sprake is van een gebrek aan vertrouwen. De VOORZITTER: De opmerking laat ik voor uw rekening. 5. bijlage nr. 244 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. 6. bijlage nr. 245 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VERWERVEN VAN ONROEREND GOED. 7. Bijlage nr. 246 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTEL LEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 8. Bijlage nr. 247 VOORSTEL TOT HET GARANDEREN VAN HYPOTHECAIRE LENINGEN TER BEVORDERING VAN HET EIGEN WONINGBEZÏT. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereen volgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders beslo ten. 9. Bijlage nr. 248 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS M. B. T. HET ZGN. CIVIC CENTRE-PLAN EN DE HUISVESTING VAN HET GEMEENTELIJK APPARAAT. (INCLUSIEF CORRECTIE D.D. 25-7-72 NR. ST/85131). De heer SPANJER: Het preadvies is een gevolg van twee gebeurtenis sen. In juni 1970 bracht het toenmalige college de raad op de hoogte van zijn standpunt dat de problematiek opnieuw bestudeerd zou moeten worden en dat de uitvoering van het raadsbesluit van november 1966 verder opge schort zou moeten worden - o, a. het besteksklaar maken van de stadhuis plannen - en dat college stelde tevens dat het geen uitvoeringsactiviteiten meer zou ondernemen. Voorts deed wethouder Van Dun de behandeling van de begroting voor het jaar 1971 de mededeling dat een preadvies met be trekking tot de huisvesting van het gemeentelijk apparaat verwacht kon wor den. Dat ligt nu voor ons. Voorgesteld wordt het Civic-centre-plan formeel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 825