826 17 AUGUSTUS 1972 te beëindigen. Daartoe dient een aantal besluiten - meest financiële - ge nomen te worden. Mijn fractie kan met al deze besluiten onverkort instem men. Het stoppen met het Civic-centre-plan, waarom in feite al in de vo rige raad gevraagd is, houdt tevens de ontkoppeling in van de huisvesting van het gemeentelijk apparaat en van het stadhuisdeeï van de schouwburg, de Beyerd en de V.V.V. Voor deze laatste was al eerder een adequate op lossing gevonden, een reden waarom het V.V.V. toch. al uit het Civic-cen- tre-plan zou moeten vervallen. De schouwburg, die nog niet lang geleden opgeknapt is, kan voorlopig zijn huidige functie heel goed vervullen. Op een langere termijn gezien moet er eerst meer tekening komen in het te voeren cultuurbeleid en in de functie die dit gebouw daarin toebedeeld zal krijgen. De functie van de Beyerd zal hopelijk binnenkort in discussie komen. Dit geldt eigenlijk ook voor de muziekschool. Een betere huisvesting daarvan is zeker ook als urgent te beschouwen. In mindere mate geldt dat voor de bibliotheek, waarvoor een oplossing op komst is. Ik noem deze gebouwen, omdat zij voor kortere of langere tijd heb ben meegespeeld in het Civic centre-plan door de jaren heen. Deze gebouwen met de daarin gevestigde functies zijn echter heel anders gericht dan de huis vesting van het gemeentelijk bestuursapparaat. Het lijkt cns daarom juist dat gemeentelijk bestuursapparaat eruit te lichten en apart verder te gaan met de huisvesting daarvan. Het programma van eisen, daterend uit 1961, moet in de eerste plaats herzien worden. Het dient te worden aangepast aan de huidige situatie en op vattingen. Voorgesteld wordt daartoe een stuurgroep te formeren, waarin o. a, drie raadsleden zitting zullen hebben. De samenstelling van deze stuurgroep is vooral wat betreft de afvaardiging van de raad onderwerp van discussie ge weest in de afdelingen voor openbare werken en voor cultuur. Zelf heb ik daar de mening naar voren gebracht dat ik drie raadsleden te weinig vind. Het antwoord van de wethouder kwam erop neer dat de drie raadsleden meer in hun kwaliteit van gebruiker deel zullen uitmaken van de groep dan als vertegenwoordigers van de gehele raad. Uiteraard hebben wij hierover nog eens gesproken in de fractie en wij zijn tot de conclusie gekomen dat in de practijk beide functies heel moeilijk te scheiden zijn. Hoewel wij er reke ning mee houden dat de zaak waarom het gaat - de huisvesting van het ge meentelijk apparaat - meer een zakelijke dan een politieke is, zijn wij toch de opvatting toegedaan dat dit wel opgaat voor de verschillende amb telijke functies maar dat het stadhuisdeeï van het bestuursapparaat niet los te maken is van de in politiek opzicht verschillende opvattingen omtrent taak en functie - en daarmede het programma van eisen - van het meer representatieve gedeelte van het stadhuis. Wij zouden de samenstelling van die commissie zo danig geregeld willen zien dat die verschillen in opvatting tot hun recht ko men. Ik wil nog enkele opmerkingen van geheel andere aard maken. Van de oorspronkelijk gevoteerde 500. 000, -- blijkt ongeveer de helft gebruikt te zijn. Een bedrag van 0,25 miljoen valt niet tegen. Toch adviseren wij na te gaan of het mogelijk is hiervan profijt te hebben. Al is het programma van eisen tien jaar oud, dat behoeft niet te betekenen dat de onderzoeken die des tijds plaatsgevonden hebben om dit programma samen te stellen helemaal op nieuw verricht moeten worden. Daarnaast willen wij het college adviseren om zich alvorens aan te vangen met het formuleren van oplossingen - wij verwachten verschillende alternatieven - te bezinnen over de ruimte die er de komende jaren in het gemeentelijk budget zal zijn om de kapitaalslasten c. q. de huurlasten op te vangen. Wij voelen er niets voor eerst plannen te maken om pas daarna te bezien waarvandaan de middelen moeten komen om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 826