828
17 AUGUSTUS 1972
dan wel om een stadskantoor waarin slechts een aantal ambtelijke functies
ondergebracht zal worden. De taakopdracht die de commissie zichzelf stel
len moet zal sterk divergeren als het alleen maar zou gaan om een uitbrei
ding via een kantoor. Dat is een heel verschil met een nieuw stadhuis.
Op pagina 8 staat dat er tevens een onderzoek ingesteld dient te wor
den naar de wenselijkheid en de mogelijkheid van realisering van andere in
het Civic centre-concept opgenomen projecten, alsmede van de projecten
waarvan de opneming in het plan te eniger tijd is overwogen. Dit lijkt ons
een bijzonder belangrijke passage, want eigeniijkt betekent dit dat eventu
ele culturele en/of andere behoeften die zich op wat kortere of langere ter
mijn zullen aandienen nu tegelijkertijd ontwikkeld zouden moeten worden,
omdat de integraties van die functies zowel ruimtelijk als financieel tijdig
klaar zullen moeten zijn om straks in het totale plan opgenomen te kunnen
worden.
De wenselijkheid van het onderzoek wordt op pagina 8 uitgesproken,
maar wij vinden daar verder geen opmerkingen over de te volgen procedure
of de taakstelling van de commissie. Wij willen met betrekking tot deze pas
sage vragen of die wenselijkheid niet meer geldt, Hoe denkt het college ver
der in dit onderzoek te voorzien?
De heer KROON: Bij dit zeer uitgebreide preadvies is een historisch
overzicht, waaraan ik iets zou willen toevoegen, omdat het niet geheel vol
ledig is. In april 1971 heeft u de raad een preadvies met betrekking tot net
Civic centre aangeboden dat niet verder is gekomen dan de afdeling voor
openbare werken en ruimtelijke ordening. Daar is het mede op mijn verzoek
door het college aangehouden. Ik meende namelijk dat dit preadvies de fi
nanciële consequenties niet voldoende aangaf. Mijns inziens meest daarover
nader worden gedacht.
Het preadvies dat nu voor ons ligt is uitgebreider. De financiële con
sequenties worden erin genoemd, maar in feite is de strekking van het pread
vies precies hetzelfde. In het vorige preadvies, dat de raad dus niet bereikt
heeft, komt het college tot dezelfde conclusies. Mijn eerste vraag luidt dan
ook: waarom heeft dit anderhalf jaar moeten duren? Deze zaak, die al zo
lang slepende is, is hiermede mijns inziens onnodig opgehouden. Ik zeg dit
omdat er weer opnieuw een commissie benoemd zal worden. Het benoemen
van die commissie is, zoals voorgaande sprekers al opgemerkt hebben, heel
aardig, maar een tijdige voortgangsrapportage moet plaatsvinden. Wij zou
den deze commissie moeten aanbevelen op korte termijn te komen met een
voorlopig rapport,
In de grootste gemeente van ons land praat men nu reeds vijftig jaar
over een nieuw stadhuis en het is er nog niet. Wij praten er nu ruim tien
jaar over en wij hebben ook nog niets. Het Civic centre-plan wordt bij dezen
uitgevlakt, in overeenstemming met het gevoelen van deze raad en van de
vorige raad in laatste instantie. Dat is een goed ding, want beter ten halve
gekeerd dan ten hele gedwaald. Toen in november 1966 prof. Brouwer bij
zondere inlichtingen verstrekte is de raad meegegaan met de voorstellen die
er lagen, maar niet eenstemmig. Persoonlijk heb ik voorgestemd, maar con
ti coeur.
Deze aangelegenheid heeft ongeveer 250.000, -- gekost. Bij de
nieuwe opzet kan mijns inziens wel het een en ander van het reeds aanwezige
materiaal gebruikt worden. Ik denk bijv. aan het feit dat in 1961 aan het raad
gevende bureau voor bedrijfsorganisatie Van Ginniken te Tilburg een opdracht
is verstrekt, voor het opstellen van een programma van ruimtelijke en functione
le eisen voor het gemeentehuis. Inderdaad dateren die eisen uit 1961 maar als
wij erop aansluiten, in nauw overleg met eb betrokken afdelingshoofden van
ue gemeentesecretarie en de diensten die centraal gehuisvest moeten worden,