835
17 AUGUSTUS 1972
komen dat er zaken zijn die in de binnenstad moeten gebeuren. Dit terrein
zou daartoe aangewend kunnen worden. Nu dit terrein leeg is bestaat de mo
gelijkheid dat zich tijdens de studie zaken voordoen die een claim op dit ter
rein leggen. Mogelijk kunnen deze zaken bekeken worden binnen het kader
waarvoor het terrein eertijds bestemd was en binnen het kader waarin de functie
van de binnenstad nader omschreven wordt. Het Turfschip, dat alleen staat te
zijn, had in de oorspronkelijke constellatie een verbinding met het stadshart
via het Civic centre. Die verbinding is verdwenen en mogelijkerwijs dienen
zich ontwikkelingen aan die het Turfschip op een andere manier kunnen doen
verbinden dan in het Civic centre-plan gebeurd zou zijn. Laten wij het er in
principe op houden dat het terrein ter beschikking komt.
Aan de orde is de huisvesting van het gemeentelijk apparaat. Waarom
is dat het enige waarop wij nu verder willen borduren? De oorzaak is te zoeken
in de evidente nood waarin de huisvesting van het gemeentelijk apparaat ver
keert. Het betreft niet alleen de secretarie, ook de sociale dienst is aan nieuw
bouw toe, In de afdeling voor beplantingen is voorts reeds vele malen gespro
ken over nieuwbouw voor de dienst beplantingen en de dienst van openbare
werken is binnen niet al te. lange termijn aan nieuwbouw toe. Deze zaken
roepen mét de secretarie om een andere huisvesting. Hierbij komt het vraag
stuk van centralisatie of decentralisatie aan de orde. Als men hierbij de
functie van de secretarie op lange termijn beziet - hoe groot zal zij zijn,
welke taak zal zij hebben - rekening houdt met het democratiseringspro
ces en de taakstelling van de overheid met haar ambtenaren naar buiten, dan is
een "mer h boire" aan zaken die aan de orde zijn en mijns inziens opgenomen
dienen te worden in het studieprogramma van die commissie.
De raad en het college willen dat er gewerkt wordt, en terecht. De
heer Severens wilde binnen een half jaar een interimrapport zien. Namens
de nog aan te wijzen voorzitter van die commissie zou ik willen stellen dat
zelfs dat een te lange termijn is. Op heel korte termijn moet de raad niet
alleen zodanig geïnformeerd worden dat hij op de hoogte is van de voortgang
van het werk van de commissie, ook moeten er op korte termijn zaken ge
daan worden. Wij moeten niet "ach en wee" roepen over wat er in het verle
den met betrekking tot het Civic centre gebeurd is. Wij zijn aan onszelf en
aan de burgerij verplicht op korte termijn te komen tot zaken doen ten aan
zien van die huisvesting.
De taak van de commissie is in het raadsvoorstel duidelijk uiteenge
zet. De heer Van Os wil een en ander beperkt interpreteren, maar de heer
Von Schmid wil een zo breed mogelijke taakopvatting. Ik geloof dat beiden
gelijk hebben. De heer Van Os kan ik volgen als hij het over "zakelijkheid"
heeft. De commissie moet niet boven zichzelf uitgroeien en mag ondanks
het lidmaatschap van enkele raadsleden de raad en de burgerij niet verras
sen met allerlei zaken. Anderzijds hoop ik evenals de heer Von Schmid dat
de commissie voldoende speelruimte krijgt om zichzelf waar te maken.
Theoretisch kan de commissie terecht komen bij een aantal suggesties
uit de raad, maar ook kan men wellicht besluiten het bij het oude te laten,
hoewel de heer Sandberg 5 priori constateerde dat zulks niet goed zou zijn.
Gezien de huidige omstandigheden, waarin ik niet alleen denk aan her aan
tal mensen en de noodzakelijke vierkante meters en aan het democratiserings
proces, maar ook aan het beschikbare financiële volume. Wij mogen niet
dingen op papier zetten die financieel, gezien het huidige regiem, niet te
realiseren zijn. Op voorhand geloof ik niet dat de conclusie zal zijn dat al
les bij het oude zal blijven, maar onmogelijk is het niet.
Mogelijk adviseert de commissie gebruik te maken van een oude ac
commodatie in Breda om er een functie of een aantal functies van het stads
bestuur in onder te brengen. De heer Van Merkom sprak over de gevangenis
en noemde het ziekenhuis. Wat mij betreft kan ook de K. M, A, in dit verband