840 17 AUGUSTUS 1972 De heer Severens moet ik nog mededelen dat wij dat bedrag van 100. 000, -- ook voor externe adviseurs op allerlei gebied nodig hebben. Toen wij in 1960 over dit plan praatten beschikten wij niet over organisatie deskundigheid binnen het gemeentelijk apparaat, terwijl die nu wel aanwe zig is. Dat maakt wel enig verschil. De VOORZITTER: Ik stel u voor over te gaan tot schriftelijke stem ming ter benoeming van de drie leden in de commissie. Kandidaten zijn de heer Van Banning, de heer Spanjer, de heer Van Merkom en de heer Quadek- ker. Ik verzoek de heren Dees en Goos en mevrouw Willems het stembureau te vormen. Ingeleverd worden 31 biljetten. Na telling blijkt dat er 14 stemmen zijn uitgebracht op de heer Van Banning, 31 op de heer Spanjer, 30 op de heer Van Merkom en 18 op de heer Quadekker, zodat de heren Spanjer, Van Merkom en Quadekker benoemd zijn als leden van de commissie. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het preadvies van burgemeester en wethouders besloten. 10. Bijlage nr. 249 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING 1971 VAN DE STICHTING MEDISCHE SPORT KEURING BREDA. 11. Bijlage nr. 250 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIK BAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AAN DE BESTUURSCOMMISSIE VOOR DE SOCIALE WERKVOORZIENING VOOR DE AANSCHAF VAN EEN ROTA PRINT AUTOMAAT VOOR DE AFDELING DRUKKERIJ VAN HET ADMINI STRATIEF DIENSTENCENTRUM. 14. Bijlage nr. 253 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN VERZOEK VAN EEN SCHOOLBESTUUR OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWUSWET 1920 (T. B. V. B. L. SCHOOL). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereen volgens overeenkomstig de onder 10 en 11 genoemde voorstellen en het onder 14 genoemde preadvies van burgemeester en wethouders besloten. 15. Bijlage nr. 254 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 50 VAN DE KLEUTERONDERWUSWET. De heer KOERTSHUIS: In de laatste twee raadsvergaderingen heb ik gewezen op de veelvuldig voorkomende aanvragen tengevolge van diefstal en/of vernielingen. Het college heeft tweemaal gewezen op het nog in onderzoek zijn van deze kwestie. Dit voorstel en het voorgaande worden gedaan naar aanleiding van vernielingen. Ik hoop dat het college na de toezegging van twee maanden geleden thans mededelingen kan doen. De VOORZITTER: Ik zal u rapporteren wat de bevindingen van de zijde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 840