17 AUGUSTUS 1972
852
Zoom en Roosendaal. Dit is temeer belangrijk omdat het provinciaal be
stuur in de pas verschenen nota bestuurlijke organisatie alleen maar schrijft
dat zij dit, in afwachting van de wettelijke regeling, maar afwacht. Dit
lijkt mij in tegenspraak met de duidelijke uitspraken en studies. Op basis
van cijfermateriaal is in die ontwikkeling voor Breda een belangrijke functie
weggelegd. Dat roept de plicht en de verantwoordelijkheid op tot en voor
het nemen van alle mogelijke maatregelen om die ontwikkeling waar te
maken. Als het college en provinciale staten het in de discussie die zal
plaatsvinden het hierbij laten, dus stellen dat de regio-Breda niet best
functioneert door de aanwezigheid van twee blinde vlekken, dat men er
niets aan kan doen omdat die gemeenten dat zelf moeten uitmaken, vraag
ik mij af of daarmee het beleidsinstrumentarium van het college is uit
geput. Kan de gewenste ontwikkeling niet langs andere kanalen bevorderd
w orden
Hetzelfde geldt voor de gewestvorming. Men spreekt zich er in meer
derheid voor uit de gewestvorming op korte termijn gestalte te doen krijgen.
Men constateert dat het contactorgaan, dat in het preadvies als "van groot
gewicht" omschreven wordt, een te vrijblijvende aangelegenheid is. Ik
vraag mij af of het college van g. s. en provinciale staten geen duidelijke
uitspraken of stappen zouden kunnen doen ter bevordering van de gewenste
ontwikkeling. Als dat niet het geval zal zijn zou het erop kunnen gaan
lijken dat ae feitelijke gang van zaken anders is. Het zou voor geheel
West-Brabant best een belangrijke zaak kunnen zijn als de feitelijke ont
wikkeling de meest gewenste is. Zolang dat niet aangetoond is zullen op
stedelijke zowel als op provinciaal niveau duidelijke beleidsbeslissingen
genomen en voorwaarden gesteld moeten worden, opdat de ontwikkeling
die als wenselijk gezien wordt ook gerealiseerd zal worden.
Wij hebben recentelijk in de pers kunnen lezen dat de vorming van
een gewest gestart kan worden langs de weg van een exquis etentje en een
goede borrel. Ik zou de gewestfunctie niet op die manier vanuit de aan
Breda toebedeelde functie willen bevorderen. Wellicht is het mogelijk
nieuwe initiatieven te ondernemen vanuit Breda. Ik heb al eens gecon
stateerd dat de regio- of gewestvorming teveel een zaak blijft van be
stuurders. Het meedenken van de burgerij of van organisaties is nog mini
maal. Mogelijk zou Breda naast de vier regiodagen die Bergen op Zoom
en Roosendaal georganiseerd hebben het initiatief kunnen nemen tot het
houden van een gewestdag. Breda zal zich die dag moeten presenteren,
zal ideeön moeten aandragen om deze zaak onder de aandacht te brengen
van de diverse raden en van diverse maatschappelijke organisaties, teneinde
een impuls te geven aan de verdere meningsvorming met betrekking tot dit
belangrijke vraagstuk.
De VOORZITTER: Ik zal over een paar onderdelen van hetgeen hier
zojuist naar voren is gebracht enige opmerkingen maken, het standpunt
van burgemeester en wethouders nader toelichtend. Bij wat de heer Spanjer
stelde omtrent de slagingskansen en bij hetgeen mevrouw van Nes zei
over het grenzeloos denken wil ik aantekenen dat er geen verschil van
opvatting mag bestaan over de opvatting van het college. In het voorstel
is die duidelijk tot uitdrukking gekomen. In de praktijk zullen wij niet
op korte termijn aan dat grote gewest "Gewest West-Brabant" toe zijn.
Als men niet bereid is op kleinere schaal, bijv. in de regio-Breda,
bepaalde dingen samen te doen en handelend op te treden wordt het zacht
gezegd kwestieus of men op Westbrabantse schaal grotere zaken wil aan
pakken. Als men al moeite heeft met het aanvaarden van een gemeen
schappelijke brandweer -- een mooi voorbeeld -- waarop door ae gemeente
Breda al jaren aangedrongen wordt, zal het echt denken aan Westbrabantse