17 AUGUSTUS 1972 854 duidelijk zijn -- een groot verschil tussen de aanvankelijke begroting en de begroting die thans voor ons ligt -- dat men noodzakelijkerwijs zal moeten nagaan in de regio welke ambtelijke en bestuurlijke krachten er zijn om dit werk te kunnen doen. Juist dat personeelsvraagstuk moet nog eens worden bekeken. Er moet zeket niet gewerkt worden met insti tuten en er moet geen werk worden aangetrokken dat elders in de regio zai kunnen plaatsvinden. Dat is de bedoeling die uit deze begroting spreekt. Mijns inziens voldoet deze begroting aan redelijke eisen. De regio wordt de mogelijkheid gegeven in 1973 nuttig werk te doen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil alleen een kleine correctie aanbrengen. Ik heb het "grenzeloos denken" niet alleen in verband met de gewestelijke problemen aangehaald, maar ik ben van mening dat men ook in regionaal verband buiten de grenzen moet kunnen den ken en handelen. Mijn opmerking sloeg dus niet specifiek op het ge west. In verband met de brandweer hebben wij te maken met een "gehakketak" over en weer. Er zijn misschien nog wel andere voor beelden. Vanuit het oogpunt van Breda bezien zou een enigszins bredere kijk op de zaken nuttig zijn. De heer AMERICA: De voorzitter heeft gezegd dat wij, wanneer wij in het kleine niet kunnen samenwerken, dit zeker niet kunnen wanneer het grote dingen betreft. Ik heb dit niet begrepen, misschien doordat het mij aan logica ontbreekt. Toen de voorzitter dit ging ver duidelijken aan de hand van een voorbeeld, begreep ik het helemaal niet meer. De voorzitter noemt de brandweer, In de kleine plaatsen heeft de brandweer een duidelijke sociaal-culturele functie. Zoals er vroeger een geitenfokvereniging was, is er nu een brandweer die wel eens een brand blust, maar waarbinnen heel duidelijk ook een onder linge sociale band bestaat. Men viert samen feest, gaat samen uit, maakt samen de pot leeg etcetera. Het is heel goed mogelijk dat men zich in verband met deze functie van de brandweer, waarbij de be volking zich heel concreet betrokken voelt, veel meer aangesproken voelt wanneer wij deze brandweer in een groot orgaan gaan onder brengen, --en wanneer wij dus eigenlijk die vrijwillige functie, die gezien wordt als een soort buurtfunctie, gaan afnemen -- dan wanneer wij zouden spreken over bijvoorbeeld de tweede nationale luchthaven. In dat geval is naar mijn mening de betrokkenheid van de bevolking veel geringer. Om die reden verschil ik met de voorzitter van mening. Het zou naar mijn mening mogelijk zijn grote projecten veel gemakke lijker af te handelen, omdat iedereen inziet dat daarover niet gesproken kan worden. Ook hier in de gemeenteraad zijn voldoende voorbeelden te vinden van het feit dat men aan miljoenenzaks n veel minder woor den vuil maakt dan aan bijvoorbeeld een subsidie aan Oelaat, waarover wij uren kunnen praten en waarover wij veel minder eensgezind zijn. Ik zie eenvoudig de logica van de opmerking van de voorzitter niet in, terwijl dit naar mijn mening toch één van de fundamentele opmer kingen is. De voorzitter zegt: "Wanneer men het kleine niet kan, kan men het grote zeker niet". Misschien zouden juist de grote dingen eerst moeten gebeuren, zodat daardoor vertrouwen wordt gewonnen, waarna ook de kleine dingen kunnen worden afgehandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 854