17 AUGUSTUS 1972 856 en ook vanuit de regio is bij herhaling gewezen op de wenselijkheid om ook bevoegdheden af te staan. Het vraagstuk van de verzwaring van de regeling zal binnenkort wederom in de regioraad aan de orde worden gesteld. U weet zelf -- ik heb dat hier enkele malen verteld -- waarom die regeling in de regio Breda tot nu toe niet is verzwaard. Eén van de redenen is in ieder ge val dat men door een té zware regeling Oosterhout en Etten-Leur meer zou afstoten dan nodig is. Ik ben van mening dat wij dit langzamerhand wel kunnen vergeten en dat dit geen belemmering meer behoeft te zijn voor het verzwaren van de regeling, Hieraan wordt door de regioraad op dit moment gewerkt en uit mijn informaties blijkt dat zeer binnenkort voorstellen de regioraad zullen bereiken. Tenslotte hebben de heer America en ik elkaar waarschijnlijk niet goed begrepen. Ik heb vanzelfsprekend in het geheel niets vervelends wil len zeggen over de brandweer en nog veel minder over de betekenis hier van. Ik ben intussen te weten gekomen dat ook daar wel eens een borrel wordt gedronken. Daardoor gaat de vergelijking met de regio Roosendaal- Bergen op Zoom natuurlijk niet op. Wij moeten echter toch goed in de gaten houden dat het vraagstuk van de brandweer weliswaar van bijzonder groot belang is voor deze gemeenschap -- het is een zo noodzakelijke aangelegenheid dat daarover verder nauwelijks of niet kan worden ge sproken maar het vraagstuk of men met behoud van eigen belangen in die gemeente tot samenwerking zou moeten komen is voor mij een zeer vanzelfsprekende zaak. Ik ben van mening dat men» wanneer men in regionaal verband over zaken spreekt--en dat heb ik willen zeggen -- die moeilijk gewestelijk» althans waar het 40 gemeenten betreft, kunnen worden opgelost, en wanneer men daarnaast de enorme problematiek in West- Brabant en ook in de regio en het afbakenen van de functies van de ge meenten op lange termijn zet, in ieder geval met vraagstukken van ver schillend soort te maken heeft. Ik ben het met de heer America eens dat bij de behandeling in die volgorde natuurlijk niet altijd kleine en grote zaken door elkaar kunnen worden behandeld. Er moet echter in ieder ge val wel de bereidheid bestaan dat te doen. Dit zie ik echter niet op West- Brabants niveau in verband met de vele zaken die daar aan de orde zijn. Ik hoop dat u mij deze vergelijking, die ik uit ervaring uitspreek, niet kwalijk neemt: wanneer het gaat om het afstoten van kleine bevoegdheden, ook in kleine kring, zijn de ontwikkelingen bepaald niet altijd gunstig. Ik hoop dat ik mij voorzichtig genoeg uitdruk. Ik meen hiermede te kunnen volstaan. Ik ben van mening dat ik ook in tweede termijn althans nog iets gezegd heb in antwoord op de gestelde vragen. Ik stel u voor met ait voorstel akkoord te gaan en de regioraad aldus te berichten. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 37. Bijlage nr. 276 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE ONTWERP-REGELING MET TOELICHTING BETREFFENDE DE OVER GANG VAN DE HAAGSE BEEMDEN VAN PRINSENBEEK NAAR BREDA Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het preadvies van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 856