857 17 AUGUSTUS 1972 38. Bijlage nr. 277 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK KING TOT DE ONTWERPBEGROTING 1973 VAN HET RECREATIE SCHAP NATIONAAL PARK "DE BIESBOSCH". Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Ik wil bij dit preadvies gaarne enkele kanttekeningen maken. Tijdens het korte bestaan van het recreatieschap nationaal park "De Biesbosch" is reeds veel werk verzet. De aanzet voor een voortvarend beleid is gemaakt. Het is nu zaak dit beleid ook voortvarend uit te voeren. De huidige waarnemend directeur, de heer Segers, die zich uitstekend van zijn taak heeft, gekweten doch dit werk naast zijn normale functie verricht, zal dit op den duur niet kunnen volhouden. Het werk wordt zó veelomvattend dat het aanstellen van een full-time directeur de hoogste prioriteit verdient. In de vergadering van 26 juni 1972 van de recreatieraad is het voor stel tot toetreding van de gemeente Rotterdam tot het recreatieschap natio naal park "De Biesbosch" aangenomen. De deelname van Rotterdam in het schap is van evengroot belang als die van Breda. Het is dan ook juist dat Rotterdam is toegetreden. Niet juist acht ik de wijze waarop Rotterdam deelneemt. Het vaststellen van een vast bedrag in plaats van procentuele participatie valt buiten de financiële opzet die met alle andere gemeenten is gemaakt. Rotterdam heeft besloten voorlopig een bedrag van 15.000,-- in het schap bij te dragen, en niet zoals alle andere gemeenten een per centage van de kosten. Ik wil er dan ook op aandringen dat het dagelijks bestuur van het recreatieschap wederom met Rotterdam contact opneemt om een duidelijker inzicht in de beleidsvisie van Rotterdam te verkrijgen ten op zichte van het recreatieschap nationaal park "De Biesbosch" en om te be spreken tot welke consequenties dit zal leiden in verband met de financiële participatie van Rotterdam. Ten aanzien van investering en financiering voor de komende jaren zal een duidelijk inzicht moeten worden verkregen. Een meerjarenplan zal dan ook noodzakelijk zijn om het beleid op langere termijn te bepalen. Het ontbreken van een basisplan zal voor het opstellen van een meerjaren plan zeker grote moeilijkheden opleveren. Voorlopig zal echter met de structuurschets en de aanvulling hierop toch verder gewerkt moeten wor den. Tot slot van deze kanttekening bij het ontwerp wil ik stellen dat het schap zijn taak serieus en met voortvarendheid begonnen is, maar dat nog veel werk zal moeten worden verzet voordat de doelstelling 'an het schap zal zijn uitgewerkt. De heer KRAMER: Ik wil gaarne de woorden van mevrouw Stockmann onderstrepen, zeker met betrekking tot de positie van de gemeente Rot terdam in het schap. Ik hoop van u de toezegging te verkrijgen deze positie te bespreken in de afdeling jeugd, sport en recreatie, waarbij uiteraard de vertegenwoordigers van onze raad die zitting hebben in de recreatieraad aanwezig moeten kunnen zijn. Het lijkt mij belangrijk dit eens in de afdeling te bespreken. De heer AMERICA: Ik heb moeite met het preadvies. Het is een moeilijke situatie. Wij kunnen blijkbaar alleen maar "ja" zeggen. In de afdeling jeugd, sport en recreatie is dit onderwerp nog niet aan de orde geweest; wij hebben dus geen adviezen kunnen uitbrengen en zeker geen afwijkend advies. Noch de wethouder noch mevrouw Stockmann, die na mens de gemeenteraad in het schap zit, waren namelijk aanwezig. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 857