862 17 AUGUSTUS 1972 ingegaan en ik ben het dan ook in het geheel niet met de heer Crul eens. In verband met het betrekken van de raad in het overleg dat nu met name plaatsvindt met de garanten heeft mevrouw van Nes aan het slot van die vergadering een voorstel ingediend, vervat in een motie, om te komen tot een commissie ad artikel 62, lid II. Dit had dezelfde bedoe ling als hetgeen de heer Crul nu voorstelt. Die motie is door de meer derheid van de raad niet aanvaard en ik zou dus willen stellen dat de raad er ook op dit moment niet zo veel behoefte aan heeft om van de normale gang van zaken af te wijken. Dit houdt in dat de commissies ad artikel 62 eerst in een algemeen kader worden bezien en dat alle aspecten die daar mee samenhangen ook aan dat algemene kader worden getoetst. Wij kun nen daarop ter gelegenheid van deze zaak geen uitzondering maken. Met betrekking tot de betaling van de achterborgen heeft mevrouw Willems in de vergadering van 8 augustus reeds een aantal opmerkingen gemaakt die de heer Crul nu, zij het zeer in het kort, herhaalt. In prin cipe worden de achterborgen gemaand tot betaling -- als ik het zo mag formuleren -- nadat vaststelling van de jaarstukken heeft plaatsgevonden. Dat wil dus zeggen dat pas een eerste bericht over 1970 aan de garanten uitgaat in augustus 1971 of omstreeks die tijd. Zo geldt voor 1971 dat eerst korte tijd geleden na het vaststellen van de jaarrekening -- dat is in de raadsvergadering van juni geschied -- berichten zijn uitgestuurd. Ten aanzien van de achterstanden is de situatie momenteel als volgt; u kunt dit ook lezen in het halfjaarlijkse overzicht van 1972 over het Turf schip. De totaalachterstand bedraagt ongeveer 105. 000,--. Over 1970 bestaat nog een achterstand van 26.000,en over 1971 bestaat een achterstand van 64.000,--. Dit laatste is echter eigenlijk geen achter stand omdat de betreffende nota's nog moeten worden uitgezonden dan wel net zijn uitgezonden. Uiteraard zullen de achterstanden worden ingevorderd voordat de ga ranties worden geliquideerd. Daaromtrent kan met de garanten die ik de komende tijd ook regelmatig zal ontmoeten het één en ander besproken worden. De heer van Banning stelt dat óók "ons" niet. duidelijk is waarom die voorstellen ten aanzien van deze aankoop van aandelen en het liqui deren van garanties nü aan de orde komen. Dat woord 'óók" spreekt mij in ieder geval niet aan want ik heb niet begrepen dat nog veel meer le den van de raad er precies dezelfde mening op na houden. De heer van Banning stelt de aankoop van de aandelen en het liqui deren van de garanties afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen. Naar onze mening geschiedt zowel de aankoop van de aandelen als het liqui deren van ae garanties onafhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen en vloeit dit voort uit hetgeen de commissie ad hoc in het rapport heeft verwoord. Het is daarop bovendien naar onze mening een goed vervolg. De commissie ad hoe heeft met name gezegd dat tot het overnemen van de aandelen moet worden overgegaan om tot de juiste verhoudingen te komen. Wanneer men interpreteert wat onder juiste verhoudingen moet worden verstaan, zou men hieronder moeten verstaan dat dcor de raad, de grootste aandeelhouder, een wijziging van de doelstelling wordt afge dwongen die min of meer tot het overnemen van deze aandelen leidt. Daarnaast -- en dat is een belangrijke zaak -- vindt op grond van deze participatie een paritaire vertegenwoordiging in de raad van commissa rissen plaats, die ons in de huidige omstandigheden niet erg zinvol voor komt. Dat is ook in het voorstel verwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 862