865 17 AUGUSTUS 1972 vorm van garantiestelling zal plaatsvinden. Ik weet niet op welke wijze men denkt dit te realiseren. In ieder geval zullen wij van de kant van de gemeente bevorderen dat de garanties, die borg van de gemeente zijn en achterborg van de N. V. Turfschip, over zullen gaan naar de nieuwe structuur. De heer van Banning heeft gesteld dat de commissie uitdrukkelijk geen voorstellen wenste te doen. Ik onderschrijf dat; dat wil echter niet zeggen dat men naar aanleiding van een door de raad in het algemeen onderschreven aanbeveling geen voorstellen zou kunnen doen. En dat is gebeurd. Het vooroverleg, dat niet heeft plaatsgevonden, heeft niet te maken met het overnemen van de aandelen, maar met het wijzigen van de doelstellingen. Ik heb gezegd dat de doelstelling van de N. V. Turf schip door de grootste aandeelhouder is gewijzigd. Ook dat is een gevolg van het feit dat de voorstellen van de commissie ad hoc in het algemeen worden onderschreven. Daar hangt mee samen dat de doelstelling in de toekomst zal gaan veranderen. De structuur van het Turfschip heeft met het overnemen van de aandelen noch met het liquideren van de garanties naar onze mening iets te maken, omdat de structuur van het Turfschip daardoor in het geheel niet wordt beihvloed. Mevrouw van Nes stelt dat de teneur van haar motie een andere is dan die, welke de heer Crul zojuist naar voren bracht omtrent het infor meren van de raad. Ik betwijfel dit. Wanneer ik namelijk de motie van mevrouw van Nes letterlijk voorlees, staat daar;".... een commissie ex artikel 62, II, samen te stellen teneinde de raad in staat te stellen de ontwikkelingen binnen het Turfschip te begeleiden en te stimuleren, deze commissie onder meer tot taak te geven de in de raad aangenomen con clusies uit rapport-Turfschip en dergelijke verder te begeleiden en het uitbrengen van een advies aan de raad omtrent voorstellen van het college, het geven van informatie en het uitbrengen van adviezen aan het col lege en de raad over algemene beleidszaken aangaande het Turfschip. Naar mijn mening bevinden zich in deze motie duidelijk elementen die zich op het zelfde vlak bewegen als de visie van de heer Crul. Overigens is het bepaald niet zo dat ik u niet tussentijds wil informeren, althans voor zover het mij mogelijk is in de mij toegemeten tijd een preadvies met betrekking tot de garanten samen te stellen. Ik vraag mij alleen af of dit zal leiden tot een beter beeld voor de raad, aan wanneer ik die informatie zou vasthouden tot het moment waarop wij een overzichtelijk beeld van alle elementen met betrekking tot het voorstel-garanten hebben. De heer VAN BANNING: Mag ik vragen waarom ik nog geen ant woord heb gekregen op mijn duidelijke vraag naar de reden, waarom dit voorstel nu ter tafel is gebracht. Dit is namelijk in het geheel niet uit hoofde van een bepaalde positie noodzakelijk. Ik heb de 6-4 verhouding genoemd. De heer VAN GRAAFEILAND: Ik wil het nog eens herhalen. Deze voorstellen vloeien logisch voort uit de door de commissie ad hoe gedane aanbevelingen. De VOORZITTER: Dames en heren, verlangt u stemming over deze beide voorstellen of over één van deze beide voorstellen? Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heer van Banning geacht wenst te worden te hebben tegen gestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 865