871 8 SEPTEMBER 1972 ezien de grote problemen, verband houdend met het algemeen elang, die hier een rol spelen. Het is wellicht goed de brief te bezien die wij van de N. K.V. Breda ontvangen hebben. In die brief wordt de spijker op de kop geslagen als men schrijft dat het rapport van de externe deskun digen in feite betekent dat het structuurplan moet worden afge wezen. Onzes inziens zal zelfs de V. V. D.die er andere ge dachten op nahoudt dan wij als het gaat om het beheersen van het produktieapparaat, het met ons eens zijn als wij vaststellen dat de bedrijfssluiting door AKZO in verband met de consequenties voor onze stad volstrekt onaanvaardbaar is. Wij dachten te weten dat de meerderheid van deze raad met betrekking tot deze kwestie dezelfde mening is toegedaan als wij, vooral als men de sociale gevolgen voor alle betrokkenen in ogenschouw neemt en als men bedenkt wat de in de brochure Noodsignaal geschetste sociale gevolgen teweeg gebracht hebben. Als wij het erover eens zouden zijn dat het onaanvaardbaar geacht moet worden dat het ENKA-bedrijf gesloten wordt is het noodzakelijk dit standpunt indringend mede te delen aan de raad van bestuur en aan de regering. In een aantal punten samengevat zal ik weergeven waarom het doorvoeren van het besluit onaanvaardbaar geacht moet worden. a. De voorgenomen beslissing is door een gering aantal mensen genomen en treft een zeer groot aantal werknemers, terwijl er geen inspraak van de betrokkenen, waaronder het bestuur van deze stad gerekend moet worden, geweest is. b. Het rapport van de centrale ondernemingsraad, het rapport van de commissie van externe deskundigen en de vakbeweging zien alternatieve mogelijkheden die bewijzen dat sluiting niet nodig is. c. Alleen economische motieven hebben bij het nemen van de beslissing gewicht in de schaal gelegd. d. De sociale gevolgen zijn onvoldoende onderzocht en dienen opnieuw gewogen te worden. In de brief van 6 september wordt vastgesteld dat er op dit moment geen enkele reden is tot nader overleg met de ministers en het provinciaal bestuur omdat zich sinds 4 mei -- de datum waarop u met de minister sprak -- geen veranderingen hebben voor gedaan. Wij vinden deze stellingname op z'n zachtst eigenaardig. Door het rapport en de mening van de externe deskundigen in deze kwestie is de sluiting in een ander licht komen te staan. Dit is volgens ons een ontwikkeling van zeer verstrekkende aard en dit heeft de situatie sinds uw gesprek met de minister be langrijk gewijzigd. Wij moeten in dit licht bezien onzes inziens als raad duidelijk onze stem laten horen en wij moeten duide lijk laten zien hoe wij in deze kwestie staan. Wij zijn het ermee eens dat in de brief staat dat indivi duele arbeidsbemiddeling op dit moment nog niet aan de orde is en wij onderschrijven de opvatting dat de brochure Nood signalen, waarin de sociale gevolgen van deze voorgenomen sluiting zijn belicht, met de nodige voorzichtigheid moet wor den benaderd. Tóch kunnen wij de in die brochure gesignaleerde gevolgen niet wegpraten. Ook in het debat van vanavond zijn zij van groot belang, want zij raken het welzijn van alle be trokkenen. Bij het beoordelen van de te nemen beslissingen dienen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 871