877
8 SEPTEMBER 1972
werknemers, welke heel moeilijk is. Dit verzoek is zowel in de
vergadering die de gemeenteraad in april aan dit onderwerp heeft
gewijd als in de daarop volgende vergadering van provinciale staten
als in de kamer aan de minister gedaan. Het lijkt ons noodzakelijk
hierop bij de minister terug te komen in verband met de gehele
werkgelegenheidssituatie in de regio en in West-Brabant.
In de statuten van ENKA-Glanzstoff en het AKZO-concern staat
een zinssnede die ons grote zorg baart, namelijk: er bestaat overeen
stemming dat de tot nu toe bestaande verhouding tussen de productie
capaciteiten op het gebied van chemische vezels in de Bondsrepubliek
en in Nederland zoveel mogelijk gehandhaafd blijft en dat er bij toe
komstige uitbreidingen met deze verhouding rekening zal worden ge
houden. De commissie van externe deskundigen is hierop uitvoerig
ingegaan. Steeds bleek door de raad van bestuur gesteld dat oplos
singen waarbij de lasten der te nemen maatregelen eenzijdig op een
der beide landen zouden komen te drukken niet aanvaardbaar zouden
zijn. Dit geldt zowel het personeel als de vakbonden, de regeringen
en de publieke opinie in beide ianden. Dit maakt het mogelijk een
op zichzelf gezond bedrijf te sluiten. Deze situatie is mogelijk bij
een multi-nationale onderneming met nevenvestigingen in verschil
lende landen. Door haar internationale karakter kan zo'n onderneming
zich vaak onttrekken aan bestaande nationale regelingen. Hoewel
wij niet willen ontkennen dat een multi-nationale onderneming, mits
zich met begrip op verantwoorde wijze aanpassend aan lokale en na
tionale omstandigheden, een nuttige en zelfs essentiële plaats heeft,
willen wij ook wijzen op de snel groeiende internationale economische
machtsconcentratie die moeilijk controleerbaar is,
Sprekend over de ENKA komen wij als vanzelf op de multi
nationale bedrijven. Ik wil u verwijzen naar de discussie in het
Europese parlement te Straatsburg, waar uitvoerig is ingegaan op
vragen die daar door de socialistische fractie en afgevaardigden
van de K. V. P» gesteld zijn inzake het ontslag van 6000 man
AKZO-personeei, Er werd gesteld dat door de vele in de afge
lopen tien jaar gevormde multi-nationale ondernemingen 400. 000
werknemers werden ontslagen. Door een betere internationale fusie
code zouden de ontslagen wellicht niet voorkomen zijn, maar wél
zouden er betere afvloeiingsregelingen getroffen worden, waardoor
veel menselijk leed voor een groot deel voorkomen zou zijn. In dit
verband willen wij erop wijzen dat Breda door overname van en
deelname door buitenlandse ondernemingen in Bredase bedrijven
duidelijk in de gevarenzóne verkeert, zoniet reeds de gevarengrens
heeft overschreden. Hoewel wij buitenlandse deelneming niet ver
werpelijk achten en in vele gevallen zelfs onmisbaar vinden willen
wij dit facet speciaal onder de aandacht van het college brengen.
Wij bepleiten dan ook een grotere diversiteit in de Bredase indus
trievestigingen.
Wij hebben ons gerealiseerd dat wij met het zoeken naar op
lossingen midden in ae Westbrabantse werkgelegenheidsproblematiek
zitten. Vele van deze zaken vragen internationaal, nationaal en
regionaal overleg. Regionaal verdient dit probleem grotere aandacht
en een overzichtelijker gezamenlijke aanpak van geheel West-Brabant.
De werkgelegenheidsbenadering wekt nog steeds de schijn -- of is
het werkelijkheid? -- dat men elkaar vliegen wil afvangen. Gezonde
rivaliteit behoeft niet erg te zijn, maar als het gaat lijken op het
verjagen van de bijen die de honing in West-Brabant zouden moeten