879 8 SEPTEMBER 1972 commissie ex artikel 61 van de gemeentewet mogelijk maakt. Graag zouden wij van u vernemen of u kunt mededelen wanneer de door het college toegezegde beleidsnota over de werkgelegenheid aan de raad kan worden toegezonden. Kort samengevat willen wij stellen dat de motie van 13 april nog haar volle waarde heeft. Wij verzoeken het college er wederom bij de regering op aan te dringen dat er een interdepartementale werkgroep ingesteld wordt, dat Breda in aanmerking komt voor werkgelegenheidsobjecten in het kadei van de werkeloosheidsbestrijding, dat de voorstellen van de commissie van externe deskundigen en van de centrale ondernemingsraad inzake het uitwerken van alternatieve plannen gesteund worden en dat bij alle studie de werkgelegenheid de hoogste prioriteit moet hebben. Voortvarendheid is vereist, want de werknemers van ENKA leven al vele maanden met grote span ningen. De heer SANDBERGiLestien leden van deze gemeenteraad heb ben via een brief d. d. 23 augustus om deze vergadering verzocht. Opmerkelijk zijn in dit verband de uitlatingen van een vakbonds bestuurder. Deze hanteerde een wat onzorgvuldig gekozen formu lering om zijn kritiek aan het adres van het college in de open baarheid te brengen. Dat er verband bestaat tussen deze twee zaken is duidelijk, welk verband er bestaat vermeldt de historie echter niet. Ik ben bijzonder gelukkig met het feit dat de briefschrijvers niet de polarisatie hebben gezocht, maar door stijlkeus en woord- gebruik duidelijk hebben gezocht naar een aanpak van de werk- gelegenheidsproblematiek die kan steunen op een gemeenteraad, die ae belangen van de inwoners van Breda behartigt. Dat over de uitwerking en de keuze van de te nemen maatregelen desondanks verschil van mening kan bestaan zal duidelijk zijn. Onder de ondertekenaars van de brief bevinden zich geen leden uit onze fractie. Dit betekent geenszins dat onze fractie zich minder zorgen maakt over de situatie op de arbeidsmarkt en evenmin be tekent dit dat wij ons minder betrokken voelen bij de ENKA-werk- nemers, die reeds maanden een tergende spanning ondergaan en in onzekerheid verkeren. Sluiting, geen sluiting, gedeeltelijke sluiting, over geen van deze mogelijkheden bestaat ernge zekerheid. Wij heb ben niet medeondertekend., omdat wij eraan twijfelen of dit debat op enigerlei wijze een zinvolle bijdrage zal zijn. Elke uitspraak van deze raad, gezien tegen de achtergrond van enerzijds de uiterst geringe invloed die het stadsbestuur op de gang van zaken bij ENKA heeft en anderzijds het moment waarop zij wordt gedaan -- niets ligt nog met zekerheid vast kan verkeerd worden uitgelegd of verwachtingen wekken die nooit en te nimmer door het stadsbestuur gehonoreerd zullen kunnen worden. Tussen de talrijke uitspraken en persberichten zijn er die duidelijk tenderen naar het wekken van valse verwachtingen. Ik betreur bijv. de kop boven een artikel in De Stem d. d. 31 augustus jl, die luidde "REDDING VOOR VESTIGING BREDA IN ZICHT" en ENKA-BESTUUR MAAKT POSITIEVE OMME ZWAAI". De krant suggereert dan iets dat journalistiek niet ver antwoord kan worden. Dat had wellicht beter voorkomen kunnen worden. De raad van Breda dient dezelfde beperking ter harte te nemen. Aan de feitelijke omstandigheden wordt niets gewijzigd, of de ge meenteraad van Breda zich nu vóór of tegen het structuurplan uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 879