8 SEPTEMBER 1972 880 spreekt en of de inhoud van het rapport van de externe deskun digen wel of niet wordt onderschreven. Overigens vraag ik mij af of de raad zich tot het beoordelen van het rapport van de ex terne deskundigen bevoegd acht, gezien de uiterst moeilijke en ingewikkelde materie. Denkt de raad daartoe de deskundigheid te bezitten? Ik hoop in ieder geval van harte dat niemand aan een dergelijke uitspraak conciusres zal verbinden. Het bovenstaande neemt niet weg dat er in de Bredase situatie wel enige zaken door de gemeenteraad aangepakt kunnen worden. In de nota is hiervan een vrij uitvoerige opsomming gegeven. Wij hebben voor de nota alle waardering, zeker als men denkt aan de korte perrode waarin die moest worden samengesteld. In bladzijde 3 van de nota wordt een kleine toespeling gemaakt op de vestiging van een tweede nationale luchthaven. Een dergelijke vestiging kan van enorme betekenis zijn voor de werkgelegenheid in deze regio. Ik vraag mij af of er iets geconcludeerd moet worden uit het ter sprake brengen van de tweede nati onale luchthaven. Betekent dit dat het college een mening gevormd heeft over die vestiging? Als dat het geval is verneem ik die mening gaarne zo snel mogelijk. Over de actrvrteiten van de stuurgroep kunnen wij heel kort zijn. De stuurgroep heeft zelf besloten in deze fase nog niets te ondernemen. Wij onderschrijven dit standpunt. Wél verwachten wij dat wij, als de stuurgroep gaat besluiten handelend op te treden -- op 11 september a. s, zal de groep bijeenkomen dienaangaande zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd. Op welke wijze rs de coördinatie bij deze problematiek het beste gewaarborgd? De vraag luidt of er al dan niet een commissie ex ar tikel 61 inzake de werkgelegenheid moet komen. In de nota wordt op deze vraag geen enkel concreet antwoord gegeven. Wij willen nu reeds onze twijfels met betrekking tot het nut van een dergelijke commissie uitspreken, want de afdeling voor ruimtelijke ordening en economische zaken vervult in dezen reeds een taak en moet, evenals de regioraad zeer nauw betrokken worden bij deze vraag stukken. Niettegenstaande willen wij het standpunt van het col lege in tweede instantie bijzonder graag vernemen. Tot slot wil ik de beide rapporten en de sociale dienstve.lening aan de orde stellen. Deze zaken staan diametraal tegenover elkaar als het gaat om de invloed en de verantwoordelijkheid van ons stadsbestuur. Het rapport van de externe deskundigen onderschrijft voor een groot deel de opmerkingen die door onze fractie, in het debat van 13 april gemaakt zijn. Er wordt kritiek uitgeoefend op de wijze van presentatie van het structuurrappor., en er wordt verwezen naar een internationale aanpak om uit het probleem van de overcapaci teit in deze garenindustrie te komen. Het spreekt voor ons vanzelf dat de raad van bestuur van de AKZO de aanbeveling, uitvoerig de mogelijkheid van lineaire productievermindering in al haar con sequenties te bezien, heeft overgenomen. Het gaat niet aan om een commissie in te stellen en later de door de commissie uitgebrachte adviezen zonder meer terzijde te leggen. De resultaten van de studie zullen moeten worden afgewacht, want pas dan zal blijken wat er zal moeten gebeuren. Dat bij deze besluitvorming uitdrukkelijk aandacht geschonken zal worden aan de sociale positie der werk nemers staat voor ons als een paal boven water. Het is een der belangrijkste factoren in het besluitvormingsproces. Ook daarvan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 880