8 SEPTEMBER 1972 892 zullen worden doorgegeven aan de andere arbeidsbureaus. Ik geloof niet dat wij voor wat de huidige problematiek in Breda betreft veel heil zouden moeten verwachten van een arbeidsbureau nieuwe stijl. Er komen bij een arbeidsbureau nieuwe stijl niet meer middelen beschikbaar; de vernieuwing ncht zich meer op de interne metho diek. Mevrouw Stockmann heeft nog gevraagd hoe het toch komt dat er zo moeilijk aan arbeidskrachten te komen is, terwijl er toch zo'n grote werkeloosheid bestaat. Ik kan op deze vraag geen afdoend antwoord geven, maar wel speelt hierbij de vraag of de arbeid passend is. Iemand kan b. v. een uitkering genieten op basis van een loonniveau, dat in een overeenkomstige nieuwe funktie niet bereikt kan worden. In de tweede plaats zijn vraag en aanbod vaak kwalitatief niet helemaal op elkaar afgestemd. Een stucadoor kan men nu eenmaal niet aanstellen als electriciën. Mevrouw Stockmann heeft verder nog gevraagd of nagegaan kan worden of er betere mogelijkheden tot herplaatsing geschapen kunnen worden. Mevrouw Stockmann zal ongetwijfeld ook in de krant gelezen hebben dat minister Boersma een poging in deze richting gewaagd heeft door een soort loonsuppletieregeling voor te stellen. Het verschil tussen de uitkering ingevolge het oude loon en het nieuwe loonbedrag zou dan overbrugd kunnen worden. Voor zover mij bekend is deze nieuwe regeling in de Tweede Kamer echter bestreden en ook niet aangenomen. De heer van Banning tenslotte heeft het punt werkende jongeren aangesneden. Ik kan over dit punt wel enige mededelingen doen. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat tengevolge van de si tuatie bij de ENKA grote problemen bij de werkende jongeren zul len ontstaan. Ik heb ook nog laten nagaan hoe het staat met de enkele honderden jongeren, die in de afgelopen zomer hun studie aan de 1.1. s.-en beëindigd hebben. Het is gebleken dat 14 jongeren nog niet geplaatst zijn, ni, 4 aspirant-bouwvakarbeiders en 10 aspirant- metaalarbeiders. Dat is natuurlijk jammer voor deze 14 personen, maar men kan dan met betrekking tot de niet plaatsing toch niet van een calamiteit spreken. Verder kan ik nog een getal noemen in verband met de werkloze jongeren tot 19 jaar. Op het ogenblik staan bij het Gewestelijk Arbeidsbureau 100 werkloze jongeren inge schreven; de vraag naar die jongeren beloopt in totaal 64. Ik heb mij ook nog laten informeren over de vormings- en opleidingsmogelijkheden voor werkloze partieel-leerplichtigen. De vorming kan plaatsvinden in de instituten, zoals de levensscholen en de jongerencursussen. Diegenen voor wie geen leerovereenkomst gesloten is kunnen een opleiding op de streekschool krijgen. Die genen met wie de leerovereenkomst rngevolge de werkloosheid ver broken is kunnen op de streekschool het algemene en beroepsgerichte onderwijs volgen. De praktijkopleiding komt dan echter door het verbreken van de relatie met het bedrijf wel in gevaar. Ingevolge een beschikking van de minister van onderwijs kunnen in het kader van de jeugdwerkloosheid pseudo-arbeidsplaatsen gecreëerd worden. De praktijkopleiding in het kader van het leerlingwezen kan ver vangen worden door praktijklessen op de l.t. s.-en. De inspecteur van het leerlingwezen heeft zich bereid verklaard om ingeval van calamiteiten zijn medewerking te verlenen aan het vormen van aparte praktijkklassen voor werkloze jeugdigen. In eerste instantie wil ik het hierbij laten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 892