893 8 SEPTEMBER 1972 De VOORZITTER: Dames en heren, ik wil even met u praten over de verdere orde van deze vergadering. Ik geloof dat het ver standig is om nu een pauze in te lassen, temeer daar het college van burgemeester en wethouders nog niet in de gelegenheid is ge weest om zich een oordeel te vormen over de ingediende motie. Wij hebben weliswaar eerder dan gebruikelijk kennis kunnen nemen van de inhoud van de motie, maar helaas heeft het college zich er vandaag nog niet over kunnen beraden. Een zo groot mogelijke eenheid in optreden lijkt mij echter gewenst. Wilt u in dit verband een opmerking maken, mevrouw Stockmann.' Mevrouw STOCKMANN-V. D. KALLEN: Ja voorzitter, ik wil graag een voorstel van orde doen. De heer van Os heeft gezegd dat een eensgezind optreden van de raad heel belangrijk zou zijn. Nu is het erg jammer dat geen vooroverleg over de motie heeft plaatsgehad. Voor verschillende fracties zijn sommige zinsneden in de motie onaanvaardbaar. Er zou dan toch weer sprake zijn van verdeeldheid. Wij geloven dat het verstandig zou zijn als wij over een andere vorm van de motie tot overeenstemming zouden kunnen komen. De motie zou eventueel teruggenomen kunnen worden. Zoals uit de betogen van verschillende sprekers is gebleken is de motie van 13 april j. 1. immers staande gebleven. Wellicht zou een aanvulling op deze motie geformuleerd kunnen worden en misschien is het zinvol dat een en ander aan de beraadslaging van het college vooraf gaat. De VOORZITTER: Ik heb niet de minste behoefte om te ver gaderen, mevrouw Stockmann, maar als u aankondigt dat u onder ling overleg wilt plegen over de motie dan is dat vanzelfsprekend zonder toestemming van wie dan ook mogelijk. Ik geloof alleen dat de gevolgtrekking moet worden gemaakt dat de pauze langer dan een kwartier zal moeten duren en ik stel u dan ook voor de pauze op omstreeks een half uur te stellen. De pauze is direct gevolgd door een schorsing, waarin de raad het college een gewijzigde motie overhandigde. De wijzigingen luiden als volgt: punt a van het besluit wordt nu als volgt geformuleerd: De sluiting van de ENKA op sociale en menselijke factoren onaan vaardbaar te achten". punt f van het besluit wordt als volgt aangevuld: "en te onderzoeken om in samenwerking met de provinciale raad voor de werkgelegenheid een regionale of gewestelijke raad in te stellen". punt g van het besluit vervalt. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Het is wat over bodig om u mede te delen dat het college van burgemeester en wet houders zich uitvoerig beraden heeft over de motie. Wethouder van Graafeiland zal u nu op de hoogte brengen van het standpunt van het college ten aanzien van de inhoud van de motie. De heer VAN GRAAFEILAND: De diverse opmerkingen uit de raad over het grote belang van een eensgezind standpunt bij het eventueel indienen van een motie, met welke opmerkingen het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 893