14 SEPTEMBER 1972 908 14. Bijlage nr. 291 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOETREDING TOT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BESTUURSACADEMIE NOORD BRABANT. De VOORZITTER: Zoals uit de tekst van het voorstel blijkt zal de vaststelling van de tekst van de regeling later in de raad besproken worden. Het voorstel heeft dus betrekking op een principebesluit. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig bovengenoemde voorstellen besloten. 15. Bijlage nr. 292 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING VAN HET KREDIET VOOR DE RENOVATIE VAN HET COMPLEX 157 WONINGEN WEST-EINDE. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Door uw college is een onrendabele investering ingevolge de kredietverlening renovatie Westeinde met prio riteit ingepast in het concept-investeringsplan 1973/77. Het mag het college wel bekend zijn dat wij van onze kant vaak de nadruk gelegd hebben op de voorrang die de kredietverlening ten behoeve van de re novatie van de oude woningen in de binnenstad moet hebben. Waarschijn lijk kunnen wij dus wel accoord gaan met de voorgestelde inpassing in het plan 1973/77. Wij hebben dat plan echter nog niet gezien en kunnen ons derhalve ook geen vast oordeel vormen. Wij keuren het voorstel goed, onder voorbehoud dat wij op het punt van de inpassing zullen terugkomen zodra het investeringsplan 1973/77 in de raad ter behandeling aan de orde is. De heer SEVERENS: Mede namens de heren Van Banning en America kan ik u mededelen dat wij graag met het voorstel accoord gaan. Toch wil ik u vragen mij toe te staan nog enige opmerkingen te maken over het renovatieproces dat momenteel in het Westeinde aan de gang is. In het verslag in De Stem van 30 augustus j.l. valt te lezen dat er een ver heugende vorm van samenwerking gegroeid is tussen de bewoners van Westeinde en de gemeentelijke diensten. In verband echter met de ge plande renovatie van 22 woningen in de Rijnstraat en de Amstelstraat wil ik de wethouder van ruimtelijke ordening graag enkele vragen voor leggen. In de eerste plaats wil ik vragen of het juist is dat de dienst van openbare werken op 3 mei j. 1, aan de groep van 22 gezinnen een kant-en-klaar plan heeft voorgelegd, zonder dat is nagegaan welke re novatiebehoeften en-wensen bij de gezinnen zelf bestaan. Informatie bij de bewoners heeft uitgewezen dat dit renovatieplan onvoldoende is voorbereid, dat de bewoners zich onvoldoende bij de renovatie betrok ken voelen en dat zij ten aanzien van de renovatie inspraak en mede zeggenschap willen hebben. In de tweede plaats wil ik vragen of het correct is dat deze renova tie-gezinnen een accoordverklaring moeten tekenen, zonder dat men in de gelegenheid geweest is alle consequenties van het renovatieplan te overzien. Een volgende vraag, o. a. van de werkgroep Amstelstraat/ Rijn straat, betreft de bijdrage in de verplaatsingskosten ad 1.500, --. De bewoners vragen of dit bedrag verhoogd kan worden, omdat het de reë le kosten slechts gedeeltelijk dekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 908