14 SEPTEMBER 1972 914 de besturen of hoofden van scholen straks zullen besluiten nu maar he lemaal met de schoolmelkvoorziening te stoppen. Ik zou dat wel jam mer vinden en ik zou er ook voor willen waarschuwen. Er zijn slechts 32 scholen bij de schoolmelkvoorziening betrokken, maar het gaat toch al tijd nog om 4000 kinderen. Overigens gaan wij met het voorstel akkoord. De heer VON SCHM1D: In afwachting van het antwoord van het college wil ik toch stellen dat ik mij helemaal kan aansluiten bij de woorden van mevrouw Willems en de heer America. De heer DE RAAFF: Zoals de heer America al gezegd heeft is de subsidie voor de schoolmelkvoorziening reeds aan de orde geweest toen eind november 1971 de begroting behandeld werd. Op het moment dat de begroting in behandeling kwam was er een advies, dat wij nog niet hadden kunnen bekijken» Ik had de goede hoop dat wij in januari 1972 uitsluitsel zouden kunnen geven. Tijdens overleg met de ambtenaren bleek echter dat een eventuele beëindiging van de subsidie per januari 1972 niet mogelijk zou zijn, omdat de contracten pas in augustus 1972 zouden aflopen. Ik had dus nog even de tijd met het indienen van het raadsvoorstel. Vervolgens zijn wij gaan zoeken naar een goede aanwen ding van het geld dat bij eventuele stopzetting van de subsidie voor de schoolmelkvoorziening zou vrijkomen, dit is dan een onderdeel van de studie geweest. Onze gedachten zijn toen uitgegaan naar de algemene voedingsvoorlichting. Wij zijn toch wel van mening dat het niet de taak van de gemeente is om waar dan ook voeding te verstrekken; voor lichting omtrent goede voedingsgewoonten ligt echter in het vlak van de preventieve gezondheidszorg en in die richting denken wij dus wel. Het concrete plan voor de voedingsvoorlichting is nog niet klaar, maar in middels waren wij ook al verder gevorderd met het plan voor de jeugd- tandverzorging. Een belangrijk onderdeel van dat plan is een goede voe dingsvoorlichting. Op een gegeven moment moesten wij de prioriteiten afwegen en onze gedachte was toen dat wij zouden moeten proberen nog dit jaar de jeugdtandverzorging op gang te brengen. Intussen had den wij natuurlijk ook al getracht de subsidie voor de schoolmelkvoorziening te concretiseren. In de afdeling heb ik in dat verband cijfers genoemd, die vanavond door verschillende raadsleden ook naar voren zijn gebracht. Op het moment dat wij de zaak onderzochten was de prijs van de melk f 0, 91 per liter en bedroeg de subsidie f 0,10. Het gaat hierbij om gemiddelden, omdat uiteraard de prijzen nogal variëren. De ouders moeten dus 0, 81 betalen, terwijl de subsidie 11 12 bedraagt. Wij waren van mening dat een dergelijke subsidie niet zo doorslaggevend is dat verwacht mag worden dat er een stimulerende kracht van uitgaat. Wij hebben ook ge keken naar het percentage deelnemende scholen. Ik geloof dat mevrouw jager al enkele cijfers genoemd heeft; van de 154 scholen nemen slechts 34 sciiolen deel aan de schoolmelkvoorziening. Aan de hand van de lijst moet ik dan ook nog concluderen dat sommige van die 34 scholen slechts aan enkele klassen melk verstrekken. Het komt er op neer dat 26°Jo van de Bredase scholen bij de schoolmelkvoorziening betrokken is, hetgeen meteen een antwoord is op een vraag van mevrouw Willems. Wij hebben nog andere berekeningen trachten te maken. Volgens onze begroting belopen de kosten ongeveer 12.000, Het lijstje dat ik aan de le den van de raadsafdeling gegeven heb geeft aan dar. 4000 kinderen aan de schoolmelkvoorziening deelnemen. Dat betekent dus een bijdrage per jaar per kind van 3, Ik moet, u zeggen dat wij niet vermochten in te zien wat de stimulerende waarde of de financiële noodzaak van deze bijdrage kan zijn. Wij hebben zojuist gesproken over het aantal deelnemende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 914