919 14 SEPTEMBER 1972 in aanmerking komen aan de schoolmelkvoorziening deelnemen niet als argument mag worden aangevoerd voor het staken van de subsidie verlening. Er is geloof ik echter nog iets anders. De wethouder heeft gezegd dat de overheid veel eerder tot taak heeft om algemene voedingsvoor lichting te geven. Misschien mag ik dan vragen of het college daarvoor subsidie zou willen verstrekken. Ik ben het met de wethouder eens dat er zeer veel aan die algemene voedingsvoorlichting gedaan zou moeten worden en het is natuurlijk schitterend om hier te stellen dat dat duide lijk wel een taak van de gemeente is, maar ik zou dan wel graag willen weten of het college bereid is daarvoor subsidie te verlenen. De heer DE RAAFF: De heer America had nog gevraagd of ik be reid ben samen met wethouder Broeders het gebruik van schoolmelk te stimuleren. In eerste instantie heb ik vergeten de vraag te beantwoor den, maar ik wil zeker toezeggen dit punt met de heer Broeders te be spreken. Toch zijn dergelijke zaken niet tot ons tweeën beperkt. Er is ook door iemand gesteld dat ik eigenlijk met alle schoolhoofden had moeten spreken. Betekent dat dat ik met 154 mensen moet gaan spre ken? Ik weet zeker dat verschillende schoolhoofden tegen het deelne men aan de schoolmelkvoorziening zijn. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Met de betrokken hoofden der scholen; De heer DE RAAFF: O, met de betrokken hoofden der scholen; Dat is natuurlijk wel iets anders, maar ik denk in dit verband toch nog aan een ander aspect van de zaak. Sommige schoolhoofden beklagen zich wel eens over het feit dat de scholen voor alles gebruikt worden. Een aantal voorzieningen loopt via de scholen; je hebt de kinderen im mers bij elkaar. Ik geloof dan ook dat een eventueel stimuleren van de schoolmelkvoorziening in Breda een zaak van overleg zou moeten zijn met de nieuwe schooladvies- en begeleidingsdienst. Ik zeg de heer America echter toe dat ik samen met wethouder Broeders zal be kijken welke wegen wij zouden kunnen bewandelen om in deze iets te doen. De heer America heeft ook nog gezegd dat er niet alleen maar getheoretiseerd moet worden en vraagt zich verder af hoe het mogelijk is dat artsen adviseren de kinderen op een droogje te laten zitten. Dan komt toch weer dat merkwaardige verschil in benadering van het voor stel tot uiting. Een aantal raadsleden is vanavond bezig met het verde digen van de schoolmelkvoorziening; het voorstel heeft echter betrek king op de subsidie voor de schoolmelkvoorziening. Men zal van mij geen woord horen dat gericht is tegen de schoolmelkvoorziening. Ik vind de schoolmelkvoorziening een goede zaak, maar dat houdt niet in dat het nodig is om als gemeente deze voorziening te blijven subsi diëren. De heer America heeft verder gevraagd waarom het schoolmelkcomité, als het tenminste niet overleden is, niet bij de zaak betrokken is. Het co mité is niet overleden, maar het gaat om de afschaffing van een subsidie en ik heb nog nooit gemerkt dat personen of instellingen die subsidie ont vangen verheugd zijn over de afschaffing van die subsidie. Vanavond is ook al gezegd: "ik betreur het dat de subsidie wordt ingetrokken". Moet er nu in zo'n geval overlegd worden of moet gewoon besloten worden dat de subsidie al dan niet gegeven wordt? Diegene die de subsidie krijgt zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 919