14 SEPTEMBER 1972 948 men die stelling zou kunnen bewijzen aan de hand van een onderzoek. Laat men het eens aan de bejaarden zelf vragen.' Waarom wordt er in dit stuk helemaal niet gesproken over de uitbreiding van dié service, ter wijl er toch al jarenlang door verschillende fracties in de raad over is gesproken? Er gaat weer een jaar voorbij, waarin er wat dat betreft niets zal gebeuren. Welke garantie heb ik dat dit nog eens in studie zal worden genomen en dat er eventueel een experiment wordt gedaan? Ik geloof dat er op die manier een sociale relatie mogelijk wordt gemaakt voor meer dan 10% van onze bevolking, die met zo'n bejaardenpas enorm gediend zou kunnen zijn. Ik begrijp niet waarom er wel gesproken wordt over de uitbreiding van de een of andere lijn, terwijl er met geen en kel woord gesproken wordt over een uitbreiding van de serviceverlening ten behoeve van meer dan 10% van de bevolking. De heer KROON: Ik was niet van plan het woord te vragen naar aanleiding van dit voorstel. Na het betoog van de heer America heb ik er echter behoefte aan enkele opmerkingen te maken. De heer Ame rica heeft gezegd dat hij even wilde "zeuren"; dar voorbeeld zal ik niet volgen. Over de kwestie van het bejaardenpaspoort heb ik al verscheidene malen in de raad gesproken. Ik sluit mi) nu echter graag aan bij de op vatting van de heer Sandberg, die erop heeft gewezen dat wij binnenkort met de B. B. A. om de tafel zullen gaan zitten om over dergelijke kwes ties te discussiëren. De bejaardenpas, de wijzigingen van een aantal xv, buslijnen en de zondagsdienst zijn detailzaken die in de afdeling besproken zijn en die straks veel beter met de B. B, A. opgenomen kunnen worden. Zo gezien ben ik het met de heer America eens dat hij wel wat heeft "gezeurd". De heer VON SCHMID: Evenals de heer Kroon had ik mij voor genomen niets over dit voorstel te zeggen; nu hij echter heeft gesproken, zal ik dat ook maar doen. Wanneer er gesproken wordt over goed open baar vervoer, valt er eigenlijk maar één conclusie te trekken, en die is dat goed openbaar vervoer en financiële middelen op het ogenblik el - kaars grote vijanden zijn. Goed openbaar vervoer zal mijns inziens in Nederland, en dus ook in Breda, pas gerealiseerd kunnen worden, als er een heleboel geld in wordt gestoken. De mensen krijgen pas plezier in het openbaar vervoer, als alle wijken met. het openbaar vervoer goed bereikbaar zijn, als de frequentie veel groter wordt en als er overal prettige abri's zijn zodat men niet in de regen behoeft te staan, enz. Het is precies het tegenovergestelde van wat wij nu hebben. Wil men het openbaar vervoer verbeteren en aantrekkelijk maken, dan zullen voor bepaalde groepen van de bevolking - niet alleen voor bejaarden, maar bijv. ook voor werkstudenten - faciliteiten verleend moeten wor den, die hen stimuleren om veel meer gebruik te maken van het open baar vervoer. De heer ROOZEBOOM: Nu de twee voorgaande sprekers tegen hun aanvankelijke voornemen in toch het woord hebben gevoerd, wil ik daarop graag even aansluiten. Het is nogal eenvoudig een prematuur standpunt terzake van het bejaardenpaspoort te etaleren in de raad. Ik geloof dat die kwestie veel meer implicaties bevat dan nu ter tafel zijn gekomen. De heer Von Schmid heeft er bovendien de werkstuden ten nog aan toegevoegd. De heer VON SCHMID: Dat was bij wijze van voorbeeld.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 948