962 14 SEPTEMBER 1972 graag mijn verontschuldigingen aanbieden. Tijdens de begrotingsverga dering is die nota inderdaad aangekondigd. Aan het verschijnen van die nota gaat o. a. een onderzoek van de sociografische dienst vooraf en dat is nog niet klaar. De subsidieregeling van 1957 is, mede op initiatief van de heer America, ook in de afdeling aan de orde geweest, naast de rijkssubsidie regeling van C.R. M. Op de juiste plaats wil ik daar graag nog eens op terug komen. De VOORZITTER: In bijlage 312 wordt de ene keer gesproken over de stichting gemeenschapshuis "Tuinzigt" en een andere keer - op de allerlaatste pagina - over de werkgroep wijkbelangen "Tuinzigt". Het lijkt mij nuttig en correct dat in beide gevallen de stichting wordt genoemd. Ik stel u voor deze correctie aan te brengen. Aldus wordt besl oten. De heer GIELEN: Kan de wethouder mij een antwoord geven op mijn laatste vraag? De heer MANS: Het in de begroting opgenomen bedrag van 25.000, -- wordt overschreden, zodat een begrotingswijziging nood zakelijk is. Daarvoor is formeel goedkeuring van gedeputeerde staten nodig. Ik beloof u dat ik in overleg met de wethouder van financiën zal proberen die goedkeuring zo snel mogelijk te verkrijgen, opdat binnen een aantal weken - misschien één 5 twee - de bouw kan begin nen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel besloten, met inachtneming van de opmerkingen ten aanzien van punt 5 van het besluit. RONDVRAAG Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN deelt mede; gisteren heb ik in dagblad "De Stem" een bericht gelezen, waarin stond: "Ge meentebestuur doet weinig aan recreatie voor kinderen". Naar aanlei ding daarvan wil ik enkele vragen stellen. Is de inhoud van voornoemd krantebericht juist voor wat betreft het subsidiebeleid van de gemeente Breda ten aanzien van de recreatie mogelijkheden voor kinderen, en met name ten aanzien van het door het Jeugd- en Jongerencentrum georganiseerde zomerkamp? Indien bovenstaande vraag bevestigend moet worden beantwoord, bent u dan bereid te doen onderzoeken wat de mogelijke oorzaken zijn van dit beleid? Is het u mogelijk aan te geven welke de argumenten waren bij het besluit van burgemeester en wethouders de desbetreffende zomer kampen niet meer te beschouwen als experiment, c. q. te subsidiëren als experiment? Ik zou het op prijs stellen, als u deze vragen op korte termijn zoudt kunnen beantwoorden. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN merkt op: Iedereen zal het met mij eens zijn dat de burgerij in de gelegenheid gesteld moet worden de openbare raadsvergaderingen optimaal te volgen. Ik verzcek u dan ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 962