965
26 SEPTEMBER 1972
alle besluiten voortvloeiende uit dit principebesluit alsnog en tijdig
aan de raad ter beoordeling en goedkeuring dienen te worden voor
gelegd-
Overigens wil ik mijn bewondering voor het uitvoerige, goed overwogen,
af en toe mogelijk wat vage preadvies, dat ons binnen de gevraagde kor
te termijn is aangeboden, uitspreken.
Uitgangspunt
Uitgangspunt voor een optimale exploitatie van het Turfschip zal moeten
zijn een efficiënt commercieel beleid en beheer, gedragen door een uit
stekend management. Dit uitgangspunt is door vrijwel iedereen in deze
raad onderschreven en wordt ook in het rapport van de commissie ad
hoe duidelijk als een belangrijk gegeven genoemd. Met betrekking tot
het beleid en de leiding rapporteerde de commissie o. a„ als volgt:
"Er zal een zoveel mogelijk dynamisch, zakelijk-commercieel beleid
gevoerd dienen te worden, rekening houdend met de specifieke functies
in het gebouw en een terzake te voeren beleid. Een zodanig beleid zal
echter voldoende flexibel moeten zijn. Het verdraagt nauwelijks een
vastomlijnde programmering van maatregelen, maar vereist ruimte
voor improviseren en experimenteren binnen het totaal van binnen een
uit te stippelen beleid passende mogelijkheden", (blz. 27) Op blz.
36/37 vermeldt het rapport verder:
"Met de totale leiding van het bedrijf dient te worden belast een zakelijk
en commercieel leider, die verantwoordelijk is voor en zich vanuit deze
bevoegdheden ook verantwoordelijk weet voor de totale gang van zaken
in het bedrijf. Uiteraard dient hij tevens in ruime mate inzicht in en
begrip voor de belangen van de diverse gebruikers van het Turfschip te
hebben. Een goed manager zal zijn eigen stafmedewerkers wensen aan
te trekken. Hij draagt daarvoor en voor hun functioneren dan ook de
volle verantwoordelijkheid".
In het totaal functioneren van het Turfschip vormt de horecafunctie een
zeer belangrijk onderdeel. Hierover rapporteerde de commissie op blz.
35 als volgt:
"Het welslagen van alle functies in het Turfschip is naar de opvatting
van de commissie mede in belangrijke mate afhankelijk van een goede
horeca-service".
Het rapport van de commissie vertoont ten opzichte van het voorstel
van de garanten zeker een aantal aanknopingspunten. Ook in het pre
advies wordt daarop gewezen en wordt een aantal punten genoemd.
Vooral met betrekking tot de exploitatie bestaat niet zoveel verschil
van inzicht.
De vraag doet zich daarbij voor of de commissie tijdens haar onderzoek
de thans voorliggende mogelijkheid niet heeft voorzien.
Gedeeltelijke verkoop aan en mede-exploitatie van het Turfschip door
derden is wel even aan de orde geweest, maar de nu aangedragen vorm
van exploitatie heeft de commissie niet verder bestudeerd.
Daarbij moeten echter twee kanttekeningen gemaakt worden:
1. Direktie, Raad van Commissarissen noch het college hebben de com
missie geïnformeerd over de contacten en de besprekingen die er
vóór 11 november 1971 in ieder geval met één kandidaatpachter
zijn geweest,
2, Vervolgens ben ik geneigd te veronderstellen dat garanten ook niet
plotseling eind juli 1972 hun oorspronkelijk voorstel hebben bedacht.
De commissie had indien zij vroegtijdiger informatie had gekregen wel
licht heel wat werk bespaard kunnen worden. Bovendien hadden wij