966
26 SEPTEMBER 1972
dan veel meer tijd gehad om de vele zaken die ons nog resten tijdig
en niet beïnvloed door de telkens dreigende tijdnood af te doen.
Leiding van het bedrijf
Er kan niet worden gezegd dat de leiding van het Turfschip goed heeft
gefunctioneerd. Dat was ook de conclusie van de commissie ad hoe,
die daarover rapporteert: "Wel moet worden vastgesteld dat de leiding
van het Turfschip tot heden weinig dynamisch heeft gefunctioneerd"
en verder "Door de commissie kan niet worden vastgesteld wie voor
dit falend management verantwoordelijk is te achten". Er is waarschijn
lijk sprake van een gezamenlijk falen, wellicht wegens het ontbreken
van een goede bedrijfsorganisatie en adequate communicatielijnen.
Het is wel duidelijk dat hierin direct diende te worden voorzien.
Nieuwe opzet
Ten aanzien van een nieuwe opzet bestaan er drie mogelijkheden:
- iemand aanstellen die zal worden belast met de totale leiding van
het complex (inclusief management) voor rekening en risico van de
gemeente;
- een persoon of bedrijf zoeken, met wie of waarmede een overeen
komst wordt aangegaan voor de totale exploitatie van het Turfschip
(wederom inclusief management) voor geheel of gedeeltelijk eigen
rekening en risico van de exploitanten;
- een rechtsvorm vinden, op grond waarvan de exploitatie van het Turf
schip met of zonder bestuurlijke, maar in ieder geval zonder financië
le deelname of verantwoordelijkheid van de gemeente, binnen vast
te stellen doelstellingen wordt voortgezet.
Waarom een stichting?
Bij de keuze van de beheersstructuur zijn er natuurlijk nogal wat moge
lijkheden. Stelt men daarbij echter de voorwaarde dat:
a. een slagvaardig commercieel beleid gevoerd moet kunnen worden
b. het risico dat de gemeente loopt dient te worden overgedragen of
te worden beperkt (in dit geval tot maximaal het bedrag van de
met betrekking tot het complex normale eigenaarslasten, bestaan
de uit afschrijving, rente van geïnvesteerd vermogen, grond- en an
dere lasten en buitenonder houd)
dan blijkt bij nadere bestudering dat de realiseerbare mogelijkheden
toch wel beperkt zijn.
Met beheer door een gemeentelijke dienst of met een exploitatie onder
directe verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur kan aan geen
der beide gestelde voorwaarden worden voldaan. Ik mag aannemen
dat dit standpunt geen verdere explicatie behoeft. Overigens is ook
het college deze mening toegedaan; ik meen dit althans te lezen op
bladzijde 3 van het preadvies, waar het college stelt: "dat daarnaast
de gemeente frequent bij het functioneren van de N. V. wordt betrok
ken, een omstandigheid die een slagvaardige en adequate bedrijfsvoe
ring in de weg staat".
Ook een commissie ex artikel 61 kan nauwelijks op enigerlei wijze aan
de door mij hiervoor gestelde voorwaarden voldoen. Ik vermag althans
niet in te zien hoe in een zodanige opzet van enige beperking van risi
co sprake zou kunnen zijn. Bovendien zou zelfs bij een zo ruim mogelijke
toekenning van bevoegdheden aan een zo onafhankelijk mogelijk samen
gesteld bestuur de continuïteit ontbreken, een continuïteit die nu een
maal voor een beleid op wat langere termijn onmisbaar is.