967
26 SEPTEMBER 1972
De N. Vo - of Bo V. -rechtsvorm is weliswaar acceptabel, maar als de
gemeente in het aandelenkapitaal wil of moet deelnemen ontstaan
rechtstreekse of afgeleide, verantwoordelijkheden en risico's, die in
dien mogelijk 'beter niet kunnen worden aanvaarde
Zonder te willen zeggen dat het iedere N.V. of B. V» zal vergaan als
de huidige N. V„ Het Turfschip en zonder te zeggen dat het bij het
Turfschip per se niet anders zou kunnen mag ik met betrekking tot de
huidige structuur verwijzen naar het preadvies, waarin onder 2.2» wordt
opgemerkt:
a» dat de gemeente ten aanzien van de exploitatie een ongelimiteerd
risico loopt;
b„ dat van een zakelijk verantwoorde en dynamische exploitatie niet
is gebleken»
Tenslotte blijft dan een stichtingsvorm over, die bovendien in de gege
ven omstandigheden de meeste mogelijkheden biedt» ïn de in het pre
advies aangegeven opzet zijn alle mogelijkheden voor een efficiënte
bedrijfsvoering aanwezig, loopt de gemeente ten aanzien van de ex
ploitatie. geen risico en draagt daarvoor generlei directe of afgeleide
verantwoordelijkheid, terwijl, indien wordt aangenomen dat na de
vorming van een bedrijfsfonds geen verdere vermogensvorming plaatsvindt,
de revenuën van een succesvolle exploitatie via de stichting mede aan
de gemeente toevloeien»
Jn dit verband is het relevant de vraag te stellen waarom de. gemeente
niet zelf en rechtstreeks een overeenkomst met een exploitant tracht
te sluiten»
Aannemende dat een exploitant daartoe onder dezelfde voorwaarden
als die zouden gelden bij het vormen van een stichting bereid zou
zijn, dan nog zou een en ander wel betekenen dat de gemeente zich
toch weer op indringende wijze ongeëquipeerd met de dagelijkse gang
van zaken zou moeten gaan bezighouden» Verder zouden wij de finan
ciële garanties van het 'bedrijfsleven moeten missen, terwijl het finan
cieel resultaat, ermede rekening houdend dat het surplus van het be
drijfsfonds na bereiking van het in het voorstel genoemde plafond inte
graal aan de gemeente zal toevloeien, hetzelfde is»
Gemeenschapsfunctie
Zowel 7n de gemeenteraadsvergadering van 11 november 1971 als in
die van 8 augustus 1972 t grote aandacht besteed aan en gevraagd voor
de mogelijkheid van het inbrengen van betaalbare gemeenschapsactivi
teiten in het Turfschip» Ook de eerder genoemde commissie heeft aan
deze functie de nodige aandacht besteed en rapporteerde hierover op
de bladzijden 28 en 29 van haar rapport o» m. het volgende:
"Stellende dat de ruimten en de outillage, in meer dan voldoende mate
aanwezig zijn, zal het van de inventiviteit en het organisatie- en door
zettingsvermogen van de leiding, alsmede van de te hanteren tarieven
afhangen of deze uitgebreide functies spoedig en volledig worden gere
aliseerd"» (Er staat toch nogal wat in het rapport; lezing daarvan wordt
vooral aan voorlichters als Jan Husken warm aanbevolen)» Deze uitspraak
geldt uiteraard voor iedere leiding, ook voor de in het preadvies bedoelde
exploitant.
Wij zijn van mening dat het aantrekken van gemeenschapsaktiviteiten,
maar dan wel van veel meer activiteiten en in een grotere verscheiden
heid dan waarvan in het preadvies sprake is, een noodzakelijke basis
vormt voor het slagen van de exploitatie» Dit zal ook de toekomstige
exploitant dienen te onderschrijven en te praktiseren. In de met de