968 26 SEPTEMBER 1972 stichting te sluiten overeenkomst dient dan ook duidelijk ruimte te wor den geschapen voor velerlei gemeenschapsactiviteiten. Mogelijk kan in de overeenkomst met de stichting een bepaling worden opgenomen, op grond waarvan het gebruik van de ruimten in het complex onder nor male voorwaarden en in normale omstandigheden in beginsel voor alle aspirant-gebruikers mogelijk gemaakt wordt. Wij willen het college ver zoeken ter zake diligent te zijn. Doelstelling De garanten hadden de bedoeling de exploitatie van het Turfschip op basis van de oorspronkelijke doelstelling voort te zetten. Formeel zou dat betekenen dat alleen congres- en/of tentoonstellingshallen zouden kunnen worden geëxploiteerd. Op welke wijze en in welke vorm dit exploiteren van hallen (--gebouwen) moet plaatsvinden is niet in de statuten opgenomen. De practijk wijst echter uit dat de gebouwen en ruimten voor velerlei doeleinden gebruikt zijn en dat de doelstelling - zij het wellicht niet formeel - feitelijk reeds aan dit meer functionele gebruik is aangepast. Bij het redigeren van de overeenkomst kunnen wellicht de doelstelling en de functie van het gebouw nader worden omschreven. Zoals uit het voorgaande moge zijn gebleken kunnen wij het preadvies in zijn algemeenheid wel onderschrijven. Niettemin hebben wij over de inhoud van het preadvies een aantal opmerkingen, die ik thans na der zal bespreken. Ik volg hierbij de tekst van het voorstel. De stichting (3.2. 2. Met de tijdens het overleg met de garanten bereikte overeenstemming over een stichtingsbestuur bestaande uit zes leden kunnen wij instemmen. Wij kunnen er eveneens accoord mee gaan dat drie van de zes leden zul len worden benoemd door de garanten en drie op voordracht van het col lege door de raad. Wel zijn wij van mening dat de door de raad aan te wijzen leden bij voorkeur geen raadsleden zouden moeten zijn, dat zij althans zeker niet op die titel zouden moeten worden benoemd. Naar onze opvatting hebben de bestuursleden van de stichting uitsluitend tot taak zorg te dragen voor de juiste, stipte en correcte uitvoering en na koming van de tussen de gemeente en de stichting en die tussen de stichting en de exploitant gesloten overeenkomsten. Het heeft onze instemming dat daarmede ook en vooral een lid van het college wordt belast; het ontgaat ons echter dat de andere leden, uitgaande van deze taakstelling, zouden moeten kunnen bogen op een specifieke deskundigheid. Nog erger wordt het als daarmede bedoeld zou worden dat deze specifieke deskundigheid terugslaat op de exploitatie van het Turfschip. Wij verwachten dan toch weer een nu juist niet bedoelde inmenging in de exploitatie en wij zijn dan ook beslist tegen een benoeming op deze titel. Naar onze mening dient de expliciete omschrijving van de door de raad te benoemen be stuursleden te vervallen, opdat de raad op voordracht van het college volledig vrij is in het benoemen van de door de gemeente te benoemen leden van het stichtingsbestuur. Verder is het zeer wel mogelijk dat in het bestuur van de stichting sta king van stemmen optreedt; het bestuur bestaat immers uit zes leden. Ten aanzien van die situatie dient in de statuten van de stichting een regeling te worden opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 968