969 26 SEPTEMBER 1972 De overeenkomsten tussen de gemeente en de stichting en tussen de stichting en de pachter (3.2, 3. Met een contract-looptijd van 5 jaar en tweemaal vijf optiejaren kun nen wij ons verenigen. Naar onze mening loopt de overeenkomst in ieder geval na vijftien jaar automatisch af, dus zonder opzegging. De stichting verkrijgt slechts - en dan nog slechts indien wederom tot verpachting wordt overgegaan - een voorkeursrecht voor het sluiten van een nieuwe overeenkomst. Waarschijnlijk wordt in het preadvies hetzelfde bedoeld en misschien staat er zelfs hetzelfde, maar toch kan aan de zinsnede "zij het dat alsdan omtrent de voorwaarden hernieuwd overleg met de stichting moet plaatsvinden" de betekenis worden toegekend dat de overeenkomst wordt verlengd en dat slechts hernieuwd overleg over de voorwaarden moet plaatsvinden. Dit laatste achten wij niet juist. Bovendien zou in de overeenkomst met de stichting, c. q. de pachter, moeten worden opgenomen dat van enig recht op uitkering of vergoe ding van goodwill in welke vorm dan ook bij Beëindiging van het con tract geen sprake zal zijn. Hoewel de gemeente geen partij is is zij toch wel zeer nauw betrokken bij de afspraken neergelegd in een overeenkomst tussen stichting en ex ploitant, Het ware daarom wenselijk te bepalen dat de overeenkomst tussen stichting en pachter de goedkeuring van het college van burge meester en wethouders behoeft, opdat vooraf toetsing van de bepalingen van beide overeenkomsten (tussen gemeente en stichting en tussen stich ting en pachter) kan plaatsvinden. Eenzelfde goedkeuring zou vereist moeten zijn voor de inhoud en eventuele latere wijziging van de stich tingsakte. Investeringen (3. 3, 2. In het preadvieTwordt' gesteld dat de investeringen voor de nodige aan passing c. q. aanvulling en instandhouding van het interieur van het ge bouw en de inventaris, door de exploitant zullen worden gefinancierd. Deze summier omschreven regeling dient naar onze opvatting nader te worden uitgewerkt. Met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van het interieur van het gebouw zou dienen te worden bepaald dat de ze eerst na schriftelijke toestemming van de gemeente mogen worden uit gevoerd en vervolgens dat deze voorzieningen zonder vergoeding of recht op vergoeding onmiddellijk na aanbrenging worden geacht aan de gemeen te om niet in eigendom te zijn overgedragen. Duidelijke afspraken zullen vervolgens moeten worden gemaakt ten aanzien van de inventarisatie, vervanging van aanwezige inventaris en de aanschaffing van nieuwe in ventaris en het eigendom daarvan. Inkomsten en fondsvorming door de stichting (3, 3,2) Tijdens de 'vërgI3ei*ïhg vaTHïe raadsafdêTïngën ruimtelijke ordening, financiën en cultuur is medegedeeld dat de huidige Turfschip-garanten in beginsel gedurende vijf jaar voor dezelfde garantiebedragen (mini maal 60. 000, -- per jaar) geldleningen zullen verstrekken, welke geldleningen, indien zij voor de voortzetting van de exploitatie nodig zijn, zullen worden beschouwd als bijdragen fonds perdu en zullen worden opgebruikt. Nog niet is medegedeeld of over de aldus verstrek te geldleningen door de stichting rente zal worden vergoed. Uitgaande van het hiervoor weergegevene bedraagt de bijdrage van de garanten in het bedrijfsfonds via de geldleningen in de eerste vijf jaar in ieder geval min stens 300. 000, Dit bedrijfsfonds wordt gevormd om de exploitatie van het complex

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 969