976
26 SEPTEMBER 1972
Vervolgens zijn ook wij van mening dat het het beste zou zijn om in
het stichtingsbestuur geen raadsleden op te nemen. Wij vragen ons
verder af of het misschien ook niet beter zou zijn om ook geen leden
van het dagelijks bestuur daarin te benoemen; dit in verband met de
moeilijkheden die wij in de afgelopen periode o, a, met de N, V, Het
Turfschip gehad hebben.
Dat waren dan vragen van practische aard en misschien kunnen wij na
beantwoording door de wethouder in tweede instantie hierop nog terug
komen.
Ik wil nu het standpunt van onze fractie ten aanzien van de algemene
lijn van het voorstel verwoorden, In de augustus-vergadering hebben
wij afgesproken dat het voorstel van de garanten voorrang zou krijgen,
door het college op zijn merites zou worden onderzocht en dat ons het
resultaat van dit onderzoek op korte termijn zou worden voorgelegd.
Wij stellen het op prijs dat het college deze kwestie inderdaad op kor
te termijn heeft rondgekregen. Wij menen dat men het voorstel niet
los kan zien van alle debatten die al gevoerd zijn over de totale problematiek
van het Turfschip, Onze fractie heeft al deze zaken opnieuw besproken.
Daarbij heeft het voorstel van de garanten natuurlijk centraal gestaan
en op de achtergrond was er toch ook wel de gedachte dat de gemeen
telijke bijdragen met betrekking tot de verliezen van het Turfschip
steeds hoger worden.
Alles overwegende zijn wij tot het volgende standpunt gekomen.
Onze fractie heeft grote moeite met het voorstel van het college.
Wat is nl. volgens ons het geval? Wij hebben in eindeloze vergaderin
gen het probleem van het Turfschip besproken. Over een aantal zaken
werd verschillend gedacht; zo was er b. v, geen eenstemmig oordeel
over datgene wat de commissie ad hoe inbracht met betrekking tot de
schouwburg en de Beyerd. Wij menen echter dat over een aantal andere
aspecten van de zaak alle fracties hetzelfde denken. Er is b. v. overeen
stemming over de gemeenschapsfunctie die het gebouw zou moeten krij
gen, over de verantwoordelijkheid die wij als raad voor het gebouw heb
ben en - als voornaamste factor - de verantwoordelijkheid die wij voor
het personeel dragen.
Over de gemeenschapsfunctie zijn wij het in deze raad zoals ik al zei
altijd eens geweest. Het Turfschip zou in het kader van de gemeenschaps
activiteiten een belangrijke rol moeten gaan spelen; ook in de commissie
ad hoe bestond hierover dus geen misverstand. Tijdens de raadsvergadering
van augustus en ook tijdens vorige debatten is dit standpunt van de com
missie ad hoe steeds onderschreven, de gemeenschapsfunctie van het
Turfschip stond centraal.
Nu het punt van de verantwoordelijkheid van de raad. Alle fracties heb
ben steeds duidelijk gesteld dat, gezien het feit dat wij te doen hebben
met gemeenschapsgelden en met een gemeenschapsgebouw, de verant
woordelijkheid voor dat geld en dat gebouw bij de raad zou moeten
liggen. In het voorstel van de commissie ad hoe wordt dat ook duidelijk
vermeld.
Ten aanzien van het personeel bestond er in de raad ook geen misver
stand. Alle fracties hebben uitgesproken dat het personeel geen schade
zou mogen ondervinden van de besluiten die wij ten aanzien van het
Turfschip zouden moeten nemen. Verder werd vastgesteld dat het nood
zakelijk was om alvorens een besluit te nemen een inzicht te hebben
in de financiële consequenties van dat besluit voor het personeel.
Wat vinden wij nu van al deze door ons ingenomen standpunten in het
garantenvoorstel terug? Wij zullen in onze vergelijking dan in eerste