977
26 SEPTEMBER 1972
instantie de hoofdzaken moeten betrekken: de gemeenschapsactiviteiten,
de verantwoordelijkheid van de raad voor het gebouw en de gemeenschaps
gelden en het personeelsaspect. In het garantenvoorstel wordt over de mo
gelijkheid van gemeenschapsactiviteiten wel gesproken, maar ik geloof
dat wij ons wat dat betreft geen illusies moeten maken» De pachter be
paalt straks zonder inmenging van wie dan ook wie er in het Turfschip
zal komen en welke prijs daarvoor betaald moet worden» Ons inziens
zal de pachter profiteren van de 860» 000, -- die de gemeente er bij
mag leggen en die gemeenschapsgelden zijn» Een en ander zal concur
rentievervalsend werken; de heer Van Loon heeft dit punt ook al ter
sprake gebracht. Wij zijn van mening dat er voor de gemeenschap in
het Turfschip niet veel mogelijkheden meer zullen zijn. Bij aanvaar
ding van het voorstel door de raad zal dat ook het goed recht van de
pachter zijn. Eerder gemaakte afspraken over de gemeenschapsactivi
teiten kunnen wij dan wel vergeten; wij moeten zwart-wit redenerend
gewoon zeggen dat wij het gebouw voor niets in huur geven aan een
particuliere onderneming, die met steun van gemeenschapsgelden, nl.
860. 000, --, in het gebouw op economische basis een bedrijf gaat
exploiteren. Ook wat het beheer betreft vinden wij in het garantenvoor
stel niets meer terug van wat over deze zaak in deze raad als standpunt
werd weergegeven.
De stichting wordt de verantwoordelijke rechtspersoon, die met de pach
ter een verbintenis aangaat. Inmenging van of contröle door de raad
zal naar onze mening niet mogelijk zijn. De verantwoordelijkheid die
de raad heeft voor een juist beheer van de gemeenschapsgelden die wij
ter beschikking moeten stellen en van het gebouw kan aan de hand van
dit voorstel van de garanten niet worden waargemaakt.
Met betrekking tot het personeelsprobleem is het preadvies zeer vaag.
Men zou tussen de regels door kunnen lezen dat het college bereid is
om de N» V. in staat te stellen een redelijke regeling met het personeel
te treffen. Wij vinden een en ander echter zo vaag gesteld dat in feite
niet van de garanties ten opzichte van het personeel gesproken kan wor
den en om deze garanties is door de raad toch zo duidelijk en bij herha
ling gevraagd. Het betrokken personeel blijft daardoor naar onze mening
op een onaanvaardbare wijze opnieuw voor een lange periode in het on
gewisse over zijn positie. Bovendien kan aan de hand van het voorstel
zelfs geen schatring worden gemaakt van de toekomstige financiële con
sequenties ten aanzien van het personeelsaspect. Mijn betoog over de
gemeenschapsactiviteiten, het beheer en het personeelsaspect samen
vattend moet ik vaststellen dat het preadvies inzake het garantenvoor
stel volkomen voorbijgaat aan de eerder in deze raad over deze zaken
gemaakte afspraken,* die inhielden dat er geen beperking van gemeen
schapsactiviteiten zou mogen plaatsvinden, dat er ten aanzien van het
complex een zodanig beheer zou moeten worden gevoerd dat de raad
zijn verantwoordelijkheid voor het gebruik van de gemeenschapsgelden
en het gemeenschapsgebouw waar zou kunnen maken en dat er voor het
personeel een zodanige regeling zou worden getroffen dat de onzeker
heid over zijn positie zou worden weggenomen en wel door het geven
van garanties ten aanzien van het inkomen van de personeelsleden.
Namens de fractie wil ik tenslotte het volgende zeggen. Wij zijn ons ervan
bewust dat door een eventuele afwijzing van het preadvies de moeilijkhe
den rondom het Turfschip niet zullen worden opgelost en misschien zelfs
zullen worden vergroot. Toch blijven wij van oordeel dat de onzekerhe
den die in het voorstel van de garanten zijn ingebouwd en de punten die
duidelijk in strijd zijn met voorheen in de raad gemaakte afspraken het