979 26 SEPTEMBER 1972 Het ziet er ook heel duidelijk naar uit dat de stichting een exploitant zal aantrekken, die ook op zuiver commerciële basis zal gaan werken. Mét de heer Crul en waarschijnlijk ook mét anderen vragen wij ons dan af welke garanties nog gegeven kunnen worden met betrekking tot de activiteiten, waarvoor het Turfschip oorspronkelijk is opgezet; de meerderheid van de raad is toch nog steeds van mening dat die activiteiten zouden moeten worden voortgezet. Garanties voor die continuering bestaan er eigenlijk helemaal niet. De vorige keer is ook al gesproken over de keiharde voorwaarden die de gemeente zou moeten stellen. Van onze kant is toen ook al gesteld dat de gemeente nauwelijks keiharde voor waarden kan stellen als zij teneinde haar eigen huid te redden met het bedrijfsleven over het Turfschip onderhandelt. Het lijkt mij dat wij met die uitspraak over dat keihard onderhandelen zoet gehouden wor den. Wij hebben geen enkele fiducie in die keiharde voorwaarden. Ik geloof trouwens dat de overeenkomst, als de gemeente zich inderdaad keihard zou opstellen, nooit tot stand zal komen. Welke garanties heb ben wij verder ten aanzien van een betere exploitatie? Wij nemen daar bij dan aan - in het voorstel wordt dit immers vermeld - dat de nieuwe exploitant het organiseren van gemeenschapsactiviteiten, het houden van congressen e. d. zal voortzetten. Van de kant van de garanten is geen enkele aanwijzing gegeven over betere mogelijkheden, die zich nu voordoen. Is Breda nu plotseling wel rijp voor congressen? Kunnen in Breda nu opeens wel gemeenschapsactiviteiten plaatsvinden tegen goede tarieven? Wij hebben daarover niets gehoord en wij hebben daar voor geen enkele garantie. Wij weten niet wat er met het gebouw gaat gebeuren. Misschien bestaan er plannen, maar hebben wij als raad de bevoegdheid om op een gegeven moment tegen die plannen te stem men? Wij moeten een gebouw afstaan, maar weten niet precies wat ermee gaat gebeuren. Er is gezegd dat getracht zal worden de zaak op de juiste wijze te runnen, maar garanties daarvoor ontbreken. Er is nog een ander punt. Ook al zou de exploitatie van het Turfschip bevredigend verlopen, dan nog zit de gemeente met hoge lasten. La ten wij echter eens aannemen dat een en ander niet bevredigend ver loopt en dat er weer sprake zal zijn van bedrijfctekorten. Bij wie klopt men dan aan om de zaak drijvende te houden? Tot nu toe is er geen enkele garantie gegeven dat de gemeente niet steeds voor hogere las ten zal komen te zitten. Ik zwijg er dan nog maar over dat het bedrag van de onderhoudskosten niet voor jaren gefixeerd kan worden; die on derhoudskosten zullen zeker stijgen. Ik vrees dat er op den duur toch weer een beroep op de gemeente zal worden gedaan. Voorts is vanavond gezegd dat de directie van het Turfschip gefaald heeft. Wij blijven bij het standpunt dat wij reeds meermalen verkon digd hebben dat het gezien de te grote opzet van het Turfschip hier niet de plaats is om te verklaren dat er ten aanzien van de bedrijfsvoering van falen sprake is. Het is voor ons altijd de grote vraag geweest of het Turfschip zoals het is opgezet kon functioneren en zolang die vraag ont kennend beantwoord wordt kan men niet zonder meer en zeker niet in het openbaar de directie verantwoordelijk stellen voor datgene wat verkeerd gegaan is; als er gefaald is dan zijn daarbij zoveel personen, waaronder ook leden van het huidige college, van vroegere colleges en van de raad, betrokken, dat wij zeker niet nu weer met een zondebok mogen komen aandragen. Ik vind het trouwens ook een beetje natrappen en ik hou er helemaal niet van om dit punt op de wijze te bespreken zo als dat hier eerder in de raad is gebeurd. Wat het personeel betreft moet ik zeggen dat er mijns inziens maar heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 979