981
26 SEPTEMBER 1972
op voordracht van het college. Het is duidelijk geworden dat die voor
dracht zal bestaan uit een lid van het college alsmede uit twee leden
op basis van deskundigheid. Wij hebben hier wel begrip voor en zijn
ook wel van mening dat in het stichtingsbestuur geen leden van de raad
zitting behoeven te nemen. Dat zou dan ook betekenen: ook geen wet
houder-raadslid. Wij kunnen er wel enig begrip voor opbrengen als het
college toch één van zijn leden wil voordragen, maar dat begrip staat
los van onze ervaringen. De wethouders-leden van de Raad van Commis
sarissen hebben zich nl. in het verleden niet beijverd om die openheid
te betrachten waarom door de raad werd gevraagd, Hoe het ook zij,
voorwaarde zal altijd moeten zijn dat de raad voortdurend inzicht wordt
gegeven in het algemeen beleid ten aanzien van het Turfschip. Ook de
rapportering van de bevindingen van de accountant zal de raad ter be
schikking moeten worden gesteld. In de raadsafdeling is duidelijk gemaakt
dat de bijdrage van 40. 000, -- voor de concertzaal - ik ga hierbij even
uit van aanvaarding van de conceptie van het college reeds in de stich-
tingskoster. verdisconteerd is, derhalve inbegrepen is in de gemeentelijke
bijdrage en niet meer afzonderlijk ter beschikking zal worden gesteld.
In het stuk wordt ook over de doelstelling gesproken en wordt vermeld dat
deze kan worden gezien in het kader van de huidige doelstelling. Mis
schien mag dit formeel als uitgangspunt worden aanvaard, in de prak
tijk zal het toch zo zijn dat de doelstelling, wil men tenminste een
voldoende bezetting van het Turfschip verkrijgen, niet exciusief-eco-
nomisch gericht kan zijn. Men zal zich ook dienen in te stellen op ge
bruik van het Turfschip voor gemeenschapsactiviteiten. In dit verband
wil ik herinneren aan de nota van de commissie ad hoe, waarin met
nadruk is gesteld dat verruiming van de bestaande doelstellingen nood
zakelijk en wenselijk is en dat deze verruiming juist zal moeten gaan
in de richting van de gemeenschapsactiviteiten. Wij missen in het voor
stel een verwijzing naar plannen met de Beyerd. Er zijn aanbevelingen
gedaan met betrekking tot de Beyerd, de stadsschouwburg enz. Wat gaat
met die aanbevelingen verder gebeuren? Zijn ze helemaal niet meer aan
de orde of komt het college hierop in een later stadium terug? Ik wil ook
nog even attenderen op de herhaalde malen in de culturele raad uitge
sproken mening dat het Turfschip een grotere gemeenschapsfunctie zou
moeten gaan vervullen; de culturele raad acht anders de desbetreffende
gemeenschapsuitgave niet verantwoord.
Andere raadsleden hebben al over de congresdienst gesproken en om meer
informatie gevraagd. Wij geloven ook dat het verstrekken van meer infor
matie beslist noodzakelijk is. Er zou zeker ook sprake, moeten zijn van
een fixatie van de jaarlijkse bijdrage. Bovendien zou zeer nadrukkelijk
tot uiting moeten komen dat de pachter, indien een regeling zou worden
aanvaard, een belangrijk deel van de kosten voor zijn rekening zal moe
ten nemen en wel in verband met de directe relatie tot de exploitatie.
Mede namens de heren America en Severens heb ik al over de gemeen
schapsactiviteiten gesproken. Ik neem aan dat het college vanavond
wat uitvoeriger op dit punt zal ingaan, zodat wij indien nodig hierop
nog in tweede instantie kunnen terugkomen. Wij menen echter ook
dat het college bij een eventuele realisatie van een dergelijke over
eenkomst minstens een aantal dagen zal moeten uittrekken om die
activiteiten te ontwikkelen, die het college o.m. in het kader van
de gemeenschapsactiviteiten noodzakelijk acht. Wij verwachten van
het college dat het alsnog zijn gedachten hierover nader zal willen
ontwikkelen.
Ik heb gezegd dat ik een aantal punten maar zou overslaan, omdat