984 26 SEPTEMBER 1972 exploiteren. Dat is gewoon pure concurrentievervalsing. Er had dit jaar van alles kunnen gebeuren. Het huis had open kunnen staan. Ik heb dat meerdere malen gezegd, maar dat schijnt geen effect te hebben. Bovendien is kennelijk nog steeds een brief van 1967 van het college over activiteiten die al dan niet in het Turfschip mogen plaatsvinden van belang. Die brief schijnt de directie van het Turfschip ten aanzien van de activiteiten die zij in het gebouw mag ontwikkelen een enorme beperking op te leggen. Wij kunnen voor het plan dus geen enkele waardering opbrengen. Wij vinden het een achternalopen van mensen, die met dat Turfschip ge heel andere bedoeli ngen hebben en daaraan wensen wij voorlopig niet mee te werken. De heer DEES: In de vergadering van 8 augustus j. 1. heeft de V„V. D. -fractie zich in beginsel tegenover de voorstellen van de ga ranten opgesteld, maar ons ja-woord was een "ja, mits, Wij toonden ons bereid met de garanten in zee te gaan, mits aan een aantal voorwaarden zou worden voldaan. Wij vinden het dan ook een goede zaak dat het college erin geslaagd is om in vrij korte tijd aan te geven onder welke globale condities het garantenvoorstel zou kunnen worden geëffectueerd» Het Turfschip vaart nog steeds in troebel water. Verschillende sprekers hebben daarop gewezen. Wij moeten van die si tuatie af, nog liever vandaag dan morgen. Vanaf 24 juni 1971 is er in deze raad vele malen uitgebreid gediscussieerd over het falen met be trekking tot het Turfschip, zonder dat ook wij een deugdelijk en kei hard toekomstgericht alternatief konden bieden. Dat kon ook moeilijk; wij waren en zijn zelf deelgenoot in een tweeslachtige beslissingsstructuur, een beslissingsstructuur die door de omstandigheden een deels politiek en deels bedrijfseconomisch karakter kreeg. Ik wil geen oude koeien uit de sloot halen en ik wil ook geen open deu ren intrappen, maar na de gebeurtenissen van de afgelopen jaren moet naar onze mening nadrukkelijk worden vastgesteld dat onder de huidige omstandigheden slechts dan verbetering kan optreden als een economisch- verantwoorde bedrijfsvoering en een slagvaardig management veilig worden gesteld. De ongekende mogelijkheden van het complex - de commissie ad hoe heeft daar terecht op gewezen - kunnen alleen op die basis opti maal benut worden. Nu zou men kunnen tegenwerpen dat in het voorstel van het college, nl» in de voor ogen staande beheers- en exploitatie structuur, teveel de nadruk wordt gelegd op het primaat van de econo mische bedrijfsvoering; dit zou dan ten koste gaan van de zeggenschap die wij als vertegenwoordigers van de gemeenschap zouden moeten hebben. De heer Crul heeft een dergelijke stelling geponeerd. Naar onze mening is bij deze stelling echter van gezichtsbedrog sprake. Er is nl. wel een politiek primaat en wel in die zin dat wij als raad de grenzen aangeven, waarbinnen de stichting en de exploitant gedurende een ook weer begrensde periode kunnen en mogen gaan werken. In dit kader willen wij graag de garanties ten aanzien van de oorspronke lijke doelstelling met betrekking tot het Turfschip, ook ruimte biedend voor gemeenschapsactiviteiten, nadrukkelijk gehandhaafd zien. Dit wordt mijns inziens in het preadvies niet zo expliciet vermeld, maar wellicht vond het college dit een vanzelfsprekende zaak. Wat het veilig stellen van een aantal gemeenschapsactiviteiten betreft wordt onder punt 3.2, 3, van het preadvies gesproken over het garande ren van een aantal met name te noemen gemeenschapsactiviteiten, eventueel aan te vullen met de reservering van bepaalde dagen voor nader te noemen activiteiten. Ik wil er graag op aandringen dat deze activiteiten en dagen in de overeenkomst niet al te limitatief en arbi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 984