990
15 NOVEMBER 1973
D. A. C. W. - regeling een andere structuur moest komen door het col
lege overgenomen. 'Op dat moment speelt wel de haast een rol', hoe
wel de heer Froger mij het recht ontzegt dit antwoord te geven. De heer
Froger is evengoed als het college op de hoogte van het verschijnsel-
D. A. C. W. en hij weet dat men binnen de kortst mogelijke tijd met een
bestek op tafel moet komen waarbij de haast inderdaad een rol gaat spe
len. De beroemde 'derde' architect is wellicht de 'vijfde' architect, maar
misschien heb ik het mis»
De heer FROGER: Er waren maar twee architecten.'
Wethouder VAN DUN: De vijfde Jim Bunde' was Nouwens en Van
Poppel. Een ieder kent de historie uit net verleden met betrekking tot
de Hooilaan. Wij hebben geprobeerd Nouwens en Van Poppel door mid
del van een uitnodiging hierbij te betrekken zodat de indertijd gemaak
te voorbereidingskosten nog konden worden teruggehaald. De commis
sie openbare werken is er reeds van op de hoogte dat de beperking die
wij hebben aangebracht luidde dat de 10. 000, -- voorbereidingskos
ten die aan iedere architect of instantie zou worden uitbetaald niet aan
Nouwens en Van Poppel zou worden toegekend. Wij achtten dit reëel om
dat dit bureau reeds vele jaren met de problematiek van het zwembad
bezig was geweest. Er is toen correspondentie met Nouwens en Van Pop
pel gevoerd en dit bureau heeft tenslotte medegedeeld op basis van de
voorwaarden en van andere punten besloten te hebben niet mee te doen.
Ik meen dat de B. N. A. -leden ook afschrift daarvan hebben ontvangen.
Voor het college was het een veiligstelling ten opzichte van in het ver
leden gespeeld hebbende affaires.
De heer Froger vraagt of er nu een volgende maal een prijsvraag
kan worden uitgeschreven. Wij kunnen een dergelijke toezegging niet
zonder meer doen. Als er weer een zwembad in Breda-Noord zal wor
den gebouwd -- voorlopig zijn wij er al blij mee dat dit zwembad er
komt -- of wanneer er een soortgelijk project moet komen kunnen wij
niet meteen aankondigen dat er weer een prijsvraag zal worden uitge
schreven.
De heer FROGER: 'Wéér'? Wij hebben er nog niet één gehad.'
Wethouder VAN DUN: Het college heeft wel eens een prijsvraag
uitgeschreven, zij het niet voor het zwembad Breda-Noord.
De heer FROGER: Dft college?
Wethouder VAN DUN: Nee, hét college.'
De heer FROGER: Zéker in 1936 of zo.'
Wethouder VAN DUN: Wij kunnen op voorhand geen toezegging
in dezen doen. Indien bij soortgelijke projecten het probleem van de
D. A. C» W, weer meespeelt moeten wij weer in een bepaald tempo wer
ken hetgeen door een prijsvraag wellicht vertroebeld kan worden. Ove
rigens ben ik van mening dat de overwegingen indertijd aangevoerd door
de heren Froger, Van Merkom, Von Schmid en anderen -- die bijvoor
beeld op het civic center/stedelijk centrum betrekking hadden -- nog
steeds gelden. Wij moeten de mogelijkheid van het uitschrijven van een
prijsvraag in de gaten blijven houden.
De heer Froger vraagt hoe de wijze van aanbesteding is. Hij kan