99 18 JANUARI 1973 staat. Wat ik echter niet in het voorstel terugvind, is wat er is gebeurd met het in 1970 beschikbaar gestelde eenjarige krediet. Het bedrag is nu aanzienlijk lager, maar ik zou graag alsnog vernemen wat er met het toen verleende krediet is gebeurd. Wethouder VAN DUN: De heer Van Duijl verbaast zich erover dat een voorstel dat is teruggenomen in dezelfde vorm weer op de agen da is teruggekomen. Ik hoop dat hij het college niet wil verplichten ieder voorstel dat wordt teruggenomen in gewijzigde vorm aan de raad voor te leggen; ik geloof dat het best zo eens mag. Vervolgens vraagt de heer Van Duijl concreet wat er is gebeurd met het in 1970 beschikbaar gestelde krediet van 22.728, Zoals hij in het voorstel kan lezen is de voorziening in 1970 niet gerealiseerd. Vandaar dat wij nu opnieuw met een kredietaanvrage komen. Het oude krediet is daarmee helemaal weg. Het karakter van de eenjarige kredie ten van het Enwa is dat, als het geld niet in hetzelfde jaar wordt besteed, de machtiging vervalt omdat het niet is gebruikt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 44. Bijlage nr. 43. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN VOORBEREIDINGSKREDIET TEN BEHOEVE VAN HET BESTEKSGEREED MAKEN VAN ONDERHOUDS- EN VERBETERINGSPLANNEN VAN HET NA-OORLOGSE WONINGBE- ZIT. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Overgebleven zijn nu - en daar moeten wij echt maar even geduld mee hebben - de voorstellen 40, 43, 46 en 47. Al de ze voorstellen betreffen benoemingen. Voorts resteert ter bespreking nog de motie over de tweede nationale luchthaven. Ik heb begrepen dat die in de pauze tot stand is gekomen. 40. Bijlage nr. 39 VOORSTEL TOT HET AANWIJZEN VAN EEN LID VAN DE RAAD TOT PLAATSVERVANGEND LID VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM "INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK". De heer VAN LOON: De K. V. P. -fractie heeft mij gevraagd voor deze vakature kandidaat te stellen de heer Van Banning. De heer CRUL: Namens de P. A.K. -fractie stel ik de heer Spanjer kandidaat. Daarbij maken wij de volgende kanttekening. Uit het voorstel blijkt dat, nu de heer Van Graafeiland ook be noemd is tot plaatsvervanger, de grootste fracties in de raad een ver tegenwoordiger in het schap krijgen. Naar onze mening is de bedoe ling van het aanwijzen van een plaatsvervanger o. m. de informatie naar de raad te garanderen. Wij achten het derhalve juist dat de P. A. K. - fractie over die informatie kan beschikken via de plaatsvervanger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 99