19 NOVEMBER 1973
1011
laat staan op zijn wetstechnische en parlementaire bevoegdheden,
tenminste conformeert aan besluiten die in het verleden door de
raad zijn genomen. Daarbij zijn duidelijk bepaalde bestemmingen
in Ruitersbos vastgelegd. Dat is gebeurd door de gemeenteraad van
Breda waar de heer Crul deel van uitmaakt op dit moment. Als
daar op een bepaald moment een aan de omgeving aangepaste flat
verschijnt vind ik dat zeer terecht. Hetzelfde speelt zich af in de
Hoge Vucht. Over twee maanden zullen wij daar verder over praten.
Het plaatsen van een winterverblijf van een circus is ook een in ver
band met de leefbaarheid niet juist. De leefbaarheid in Breda speelt
niet alleen in een bepaalde sociaal-maatschappelijke klasse alleen.
Iedereen heeft ermee te maken en dit loopt vertikaal door de be
volking van Breda heen. Iedereen heeft recht op leefbaarheid.
Als de heer Crul moeite heeft met de situering van de kermis
exploitanten in Breda kan ik hem zeggen dat wij ae vorige week
wederom een gesprek met de bewoners van de Moleneindstraat heb
ben gehad. Daarin zijn met wederzijdse overeenstemming enkele
oplossingen gevonden.
De heer VAN CAULIL: Ik wil het kort maken, want ik vind
persoonlijke gesprekken in de raad niet erg noodzakelijk. Als wij
echter aangevallen worden moeten wij een antwoord geven. De
wethouder heeft al gedeeltelijk voor dat antwoord gezorgd, maar
ik zou de heer Crul toch willen vragen of hij serieus van mening
is dat ik voor de ene wijk van de stad meer belangstelling zou
hebben dan voor de andere? Ik vind het heel goedkoop dit te sug
gereren.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heren onderling elkaar nog
iets te zeggen hebben!
De heer CRUL: Ik heb de heer van Caulil niets te zeggen want
ik heb hem persoonlijk niet aangesproken. Het gaat mij om de po
litieke opstelling in deze raad. Het verwondert mij een beetje dat
de wethouder van openbare werken net doet of de raad geen politiek
lichaam is. Dat is duidelijk wel het geval en ook het bestuur van de
stad is een politieke kwestie.
Ik heb de wethouder gevraagd welke mogelijkheden het terrein
aan de Willem van Oranjelaan biedt en daar is hij niet op inge
gaan. Natuurlijk moeten wij de gestelde regels volgen. In 1969
hebben wij een bestemmingsplan aanvaard en nu doen wij iets
aan dat plan. Nu de bezwaarschriften zijn afgehandeld bevestigen
wij eigenlijk wat wij willen doen. Er zijn enkele wijzigingen, wel
licht belangrijke wijzigingen, aangebracht. Het gaat nu om de vraag
of alle woningbouw is toegestaan in dit gebied, nu het volgens het
plan bestemd is voor woonbebouwing. Indien dat het geval is, wat
denkt het college dan te doen om woningbouw die ook elders in de
stad mogelijk is in dit plan te stimuleren. Daar gaat het ons om.
Het gaat ons er niet om een politiek spelletje te spelen zoals de
wethouder suggereert.
Het winterverblijf van het circus heb ik als voorbeeld genoemd.
Als een bepaald terrein bestemd is voor bijzondere bebouwing, is
het dan mogelijk een dergelijk verblijf in Ruitersbos onder te brengen?
Als dat bekend is kunnen wij beoordelen of het wel of niet goed
zit. De wethouder is aan die vraag volledig voorbij gegaan en ik
wil haar opnieuw aan hem voorleggen.