19 NOVEMBER 1973
1013
17, bijlage nr, 323
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
SUBSIDIEVERZOEK VAN DE AMMANSTICHTING.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten,
18. bijlage nr, 324
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN EEN NIEUW AMBTENARENREGLEMENT VOOR
DE GEMEENTE BREDA.
De heer NIHOT: Ik heb in het algemeen waardering voor de
wijze waarop dit nieuwe ambtenarenreglement is samengesteld.
In de toelichting is vastgelegd dat het reglement dat in het cen
traal orgaan wordt gehanteerd als leidraad is genomen bij de
samenstelling. Het spijt mij te moeten zeggen dat dit model, als
het model moet staan, wel heel erg ouderwets is. Bij de rijks
overheid kennen wij ambtenarenreglementen die een veel moderner
geest ademen. Het is vrijwel vanzelfsprekend dat het onderhavige
reglement in het georganiseerd overleg is goedgekeurd. Mijn erva
ring is dat men in het georganiseerd overleg een beperkt voorstel
voorgelegd krijgt, waarbinnen men kan praten. De mogelijkheden
om daarbuiten te gaan ontbreken.
Ik mis in het reglement bijzonder dat een ambtenaar bevorderd
kan worden. Dit kan worden uitgedrukt in een ander reglement,
maar dat staat daarbuiten. Een regeling als zodanig tref ik in het
reglement niet aan.
In artikel C 1, tweede lid, lees ik: "de bezoldiging wordt be
paald met inachtneming van de aard der betrekking en de wijze
waarop de ambtenaar deze vervult". Ik kan mij heel goed ver
enigen met het eerste deel van dit artikel, maar ik heb tegen het
tweede deel groot bezwaar. Het spreekt vanzelf dat een ambtenaar,
die niet voldoet aan redelijk te stellen eisen of de opgedragen taak
niet naar behoren vervult, zonder meer tot de orde moet worden
geroepen. Wanneer daarbij evenwel als een scherp snijdend mes
middelen als inkorting van het vakantieverlof, vermindering van
salaris of intrekking van reeds toegekende verhogingen kunnen wor
den gehanteerd, gaat mij niet alleen te ver, ik acht ze zelfs on
aanvaardbaar.
Uiteraard moeten er disciplinaire maatregelen voorhanden zijn
om de ambtenaar duidelijk te maken dat plichtsverzuim, in welke
vorm dan ook, niet kan worden geduld. Hoe nodig die maatregelen
ook zijn, zij mogen er nimmer toe leiden dat de ambtenaar op een
wijze als in dit reglement is voorzien, in zijn financiële belangen
wordt getroffen. Nu kan de wethouder mij straks gaan vertellen
dat dergelijke maatregelen slechts bij hoge uitzondering worden
genomen, maar alleen het feit dat zij kunnen worden toegepast,
terwijl er andere mogelijkheden zijn, verontrust mij in hoge mate.
Wie de door de ambtenarengerechten en de centrale raad van beroep
gevormde jurisprudentie erop naslaat, zal ervaren dat de rechter
over het toepassen van straffen vaak een heel ander oordeel heeft
dan degene die ze aanvankelijk had opgelegd. Het is heel goed
mogelijk dat straffen als de zojuist door mij genoemde tijdens de
eeuwwisseling nodig waren, maar ik acht het uitgesloten dat zij
in het huidige levens- en denkpatroon passen.