19 NOVEMBER 1973
1017
zich eens voor dat er nu problemen ontstaan. Wat moeten wij dan
gaan doen? Ik hoop dan ook dat het college deze kwestie met een
zekere mate van urgentie wil behandelen.
De heer NIHOT: Ik heb in het begin van mijn betoog in eerste
instantie het nieuwe reglement wat ouderwets genoemd, omdat wij
bij de rijksoverheid reglementen hebben die een veel moderner geest
ademen dan dit reglement.
De wethouder heeft gesproken over de kwestie van het verlof en
het georganiseerd overleg. Ik ben van mening dat de mensen die
door hun organisaties zijn aangewezen om deel te nemen aan het
georganiseerd overleg volop gelegenheid moeten hebben de bijeen
komsten van het georganiseerd overleg bij te wonen. Daarvoor moet
geen verlof nodig zijn, want de overheid heeft er het grootste be
lang bij dat deze organen functioneren om overleg te kunnen ple
gen. Het gaat hier dan ook niet om verlof, maar om een zuivere
dienstverrichting.
Ik wil voorbijgaan aan de opmerkingen van de wethouder met
betrekking tot de zinsnede "tenzij de dienst.etc. Dit is ouder
wets, het bestaat eenvoudig niet omdat deze bepaling eenvoudig
nooit wordt toegepast.
In de huidige tijd zijn er ook voor ambtenaren veel moder
nere straffen op tafel te brengen dan thans in het reglement zijn
vastgelegd. Als een man tekortschiet en het gezin daardoor onmid
dellijk financieel wordt getroffen, vind ik dat een onhoudbare si
tuatie.
Ik heb niet de bedoeling gehad denigrerend te spreken over de
werkwijze van het georganiseerd overleg, maar uit een tienjarige
ervaring is het mij bekend dat een aantal voorstellen wordt voor
gelegd, dat die voorstellen worden beoordeeld, maar dat men, als
men daarbuiten gaat, onmiddellijk door de voorzitter tot de orde
wordt geroepen. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat wij hier in
Breda een zo hoog verheven georganiseerd overleg hebben dat men
daarmee geen moeite heeft, terwijl men landelijk zoveel problemen
ontmoet aat er telkenjare weer bij de debatten in de Tweede Kamer
over moet worden gesproken. Het georganiseerd overleg werkt niet
zoals men dat graag zou zien.
Ik ben dankbaar voor de mededeling over de werktijden. Het
verheugt mij dat er al aan wordt gedacht. Misschien kan de wet
houder toezeggen dat de vrije werktijden in het reglement worden
vastgelegd als er een wijziging in het reglement moet worden aan
gebracht. Ik ben echter niet gelukkig met de opmerking van de
wethouder over het bevorderingsbeleid. Het behoort tot de rechts
positie van de ambtenaar dat in de rechtspositieregeling iets wordt
vastgelegd over het bevorderingsbeleid. Er zou bijvoorbeeld kun
nen staan dat het bevorderingsbeleid een nadere uitwerking vindt
in een bevorderingsvoorschrift.
De heer KRAMER: Het spijt mij dat ik wat later moest komen
en ik zal alleen reageren op de woorden van de heer Nihot, voor
zover ik ze heb gehoord. Het verbaast mij dat er over de werk
wijze van het georganiseerd overleg wordt gesproken, in een zin
die ik in het geheel niet kan onderschrijven. Het georganiseerd
overleg in Breaa, dat ik elk jaar namens de raad meemaak, werkt
bijzonder goed. Het gaat niet om een groep ja-knikkers en wij
kennen er geen dictatuur. Het werkt tot tevredenheid van de vijf