1034 19 NOVEMBER 1973 baar is. Ik vind dat een uitermate dubieuze uitlating. Het college is vrij in het volgen van adviezen, ook in dit geval. Men kan elke woning in het platteland anders bewonen dan waar het primair voor is gebouwd. Je zult de mensen de kost moeten geven die in een oude boerderij wo nen en geen landbouwer zijn. Ik vind dit dan ook geen argument. Zou het college eens willen overwegen of het ene advies niet veel zwaarder weegt dan het andere? Zou het college het advies van de welstandscom missie niet zwaarder kunnen laten wegen dan het advies van het Land bouwschap? Wij zijn toch niet verplicht het advies van het Landbouw schap te volgen? De heer VAN CAULIL: Ik wil bij uw voorstel blijven. U schrijft dat aan de inhoudseis wordt voldaan. Vervolgens schrijft u; "Verder wil de heer Floren het bouwplan zodanig wijzigen en aanvullen o. m. door het aangeven van de bestemming en de indeling van de bedrijfsruimte, dat daardoor ook de tweede weigeringsgrond komt te vervallen". De heer Floren kan op zijn aanvraag terugkomen, maar hij heeft al te kennen ge geven dat hij genegen is zijn plannen volledig aan te passen aan de eisen die de gemeente stelt. U gaat er echter zonder meer van uit dat deze woning niet zal worden gebruikt voor agrarische doeleinden. Ik heb zo juist al gezegd dat het om een zaak van wantrouwen gaat. Ik bedoel het niet zo vinnig als het kennelijk is overgekomen. Men gaat er van uit -- een kwestie van achterdocht -- dat deze woning niet voor agrarische doeleinden wordt gebouwd. Wat is het verschil tussen een agrarische wo ning en een burgerwoning? Als het gaat om de voorzieningen kan de ad viescommissie van het Landbouwschap wellicht een advies geven om de voorzieningen van het agrarische gedeelte aan te passen. Ik kan mij ech ter niet voorstellen dat diezelfde commissie de aangewezen instantie is om te adviseren over de indeling van de woning, over de vraag of er een douche of een bad moet komen, al dan niet een achterraam of een bal- con of iets dergelijks. Het lijkt mij dan ook niet juist op grond van dat advies de bouwvergunning te weigeren. De heer GEENE: Dit debat heeft de twijfels die ik aangaande uw voorstel koester niet weg kunnen nemen. Ik heb het gevoel dat wij op ongeoorloofde wijze iemand veel leed gaan berokkenen. De heer Flo ren krijgt van mij het recht van de twijfel en ik ben dus tegen uw voor stel. De heer BIEMANS: Ik vind het allemaal een beetje moeilijk en blijkbaar is dat met vele raadsleden het geval, want gewoonlijk duurt het meestal niet zo lang als vanavond als dergelijke zaken aan de orde zijn. De heer Van Caulil heeft gezegd dat het Landbouwschap zich niet moet gaan bemoeien met een douchecel of iets dergelijks en dat doet het Landbouwschap ook niet. Het advies van het Landbouwschap brengt mij in de grootste moeilijkheden. De gemeente Breda en ook de agrariërs hebben heel veel met het Landbouwschap te maken. Wij staan erop dat het Landbouwschap de agrarische belangen in de agrarische gebieden van onze gemeente reëel en goed behartigt. Tot nu toe hebben wij als agra riërs en als gemeentebestuurders van Breda daar beslist niet over te kla gen. Ik gun de heer Floren zijn bouwvergunning van harte, maar ik heb erg veel moeite om voorbij te gaan aan het advies van het Landbouw schap. Het Landbouwschap brengt namelijk altijd goedgedocumenteer- de adviezen uit. Deze beide redenen brengen mij ertoe u te vragen nog eens te bezien of er voor de heer Floren een aanvaardbare oplossing kan worden gevonden. Ik ga er zonder meer van uit dat het Landbouwschap

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1034