1040
19 NOVEMBER 1973
RONDVRAAG
De heer JANSEN: Steeds meer open plekken in IJpelaar worden
op het ogenblik volgebouwd op een wijze waarbij weinig ruimte voor
groenvoorzieningen en speelgelegenheid overblijft, terwijl de gevolg
de methodiek evenmin verfraaiend voor de wijk is,
1, Kan het college mij mededelen of er behalve de bebouwing waar
men thans mee bezig is nog meer open plekken volgebouwd worden?
Zo ja, welke?
2. Mag ik er bij het college op aandringen de bebouwing van deze wijk
nauwlettend in het oog te houden, zodat wijkproblemen zoals die zich
elders voordoen kunnen worden voorkómen?
Een tweede vraag: de tunnel bij de Terheijdenseweg is gesloten of
zal nog gesloten worden voor een periode tot half mei. Een groot aan
tal middenstanders en bejaarden zal hiervan grote hinder ondervinden.
1. Is het mogelijk dat de tunnel wel voor voetgangers en fietsers open
blijft? Zo neen, kan het college dan bevorderen dat het voetgangers
tunneltje van de Nederlandse Spoorwegen zo spoedig mogelijk ge
opend kan worden?
2. Kan het college nagaan of het mogelijk is de werkzaamheden pas
in januari te laten aanvangen, zodat de middenstand in de Sint Ni-
colaas- en Kersttijd niet wordt gedupeerd?
Mevrouw PAULUSSEN: Ik zou het college dringend willen ver
zoeken vódr de behandeling van het preadvies over Breda-Noord in de
raad een hearing te organiseren voor de burgerij en de in dat stadsdeel
werkende groeperingen en actiegroepen.
De heer BIEMANS: Mijns inziens wordt het tijd dat de Meidoorn
straat een voorrangsweg wordt, aangezien deze straat een steeds druk
ker wordende "uitvalsweg" is die bovendien dikwijls wordt gekruist. De
bebouwing ter plaatse is van vóór de oorlog, zodat de huizen in het al
gemeen vrij dicht bij de kruisingen staan en de situatie bijzonder gevaar
lijk is. Graag zou ik hiervoor de aandacht van b, en w. willen vragen.
Bij de Ettensebaan ligt een prachtig voetpad waarvan evenwel blijk
baar slechts weinig gebruik wordt gemaakt, aangezien het pad dat aan
vankelijk lj meter breed was nu nog maar over meter redelijk begaan
baar is doordat de rest volkomen is volgegroeid. Mijn advies is het pad
ofwel goed schoon te maken met een werktuig ofwel de spuit erop te zet
ten, zodat men het plaveisel weer kan zien en rustig over het pad kan
wandelen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Tijdens de begrotingsvergadering van
november 1972 werd door de raad met algemene stemmen een motie aan
genomen waarin het standpunt ten aanzien van de weg Breda - Baarle-
Nassau werd verwoord, een weg die is opgenomen in het wegenschema van
de provincie Noord-Brabant. De motie had vooral betrekking op de aanleg
van het gedeelte Breda-Ulvenhout, de zogenaamde zuidelijke invalsweg
voor Breda. De raad heeft bij die gelegenheid duidelijk uitgesproken dat
er geen behoefte bestaat aan een derde zuidelijke invalsweg voor Breda
en dat een definitief standpunt over de verkeersgeleiding tussen Breda en
Ulvenhout pas zal kunnen worden ingenomen nadat de keuze voor het zui
delijk deel van het tracé -- dus tussen Ulvenhout en Baarle-Nassau -- zou
zijn bepaald.
Nu blijkt in het uitvoeringsschema 1974 van het provinciaal wegen
plan de bedoelde invalsweg van Breda-Zuid naar Ulvenhout te zijn opge-