1057
13 DECEMBER 1973
10. bijlage nr. 356
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERDA
GING VAN DE BESLISSING OMTRENT DE VASTSTELLING VAN
HET BESTEMMINGSPLAN "LANDELIJK GEBIED 1973".
11. bijlage nr. 357
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE
MING VAN TWEE PLAATSVERVANGENDE LEDEN VAN DE STE-
DEBOUWKUNDIGE ADVIESRAAD.
12. bijlage nr. 358
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NE
MEN VAN EEN V OORBERE ID IN GS BES LU IT VOOR HET GEBIED HAAG
POORT.
13. bijlage nr. 359
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NE
MEN VAN VOORBEREIDINGSBESLUITEN VOOR EEN TWEETAL TER
REINEN LANGS DE ULVENHOUTSELAAN.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter
eenvolgens besloten overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en
wethouders.
14. bijlage nr. 360
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT DE TE VOLGEN PROCEDURE BIJ BEGROTINGSWIJZI
GINGEN INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK.
De VOORZITTER: Ik wijs de raad op de gewijzigde tekst van dit
preadvies die de eerder toegezonden versie vervangt.
De heer BROOIMANS: Over punt 3 van de oorspronkelijke tekst had
ik iets willen zeggen maar mijn opmerkingen daarover moet ik nu uiter
aard achterwege, laten. De begrotingsbehandeling bij het schap is thans
in dier voege geregeld dat de goedkeuring door de Kroon binnen een maand
na ontvangst door het dagelijks bestuur ter kennisneming aan de deelnemers
moet worden gezonden. Volgens punt 3 van de nieuwe tekst zou dit drie
maandelijks gaan gebeuren, maar een termijn van drie maanden lijkt mij
wel zéér ruim.
Wethouder BROEDERS: Er zijn bij het schap de laatste tijd nogal veel
kleine begrotingswijzigingen aangebracht, zodat het voor de duidelijkheid
gewenst leek periodiek alle binnengekomen goedkeuringen in één formu
lier toe te zenden, waarbij men bijvoorbeeld een periode van drie maan
den kan afspreken. Op die manier krijgt men een beter overzicht dan wan
neer telkens als een goedkeuring binnenkomt deze aan de deelnemers wordt
medegedeeld. Het voorstel is gedaan om de duidelijkheid te bevorderen en
indien men de termijn te lang zou vinden, bestaat er onzerzijds geen be
zwaar tegen een andere periode.
De VOORZITTER: Heeft de heer Brooimans verder geen bezwaar te
gen het voorstel?
De heer BROOIMANS: Nee, mijnheer de voorzitter.