1083 13 DECEMBER 1973 De heer VAN DUIJL: De heer Geene heeft zojuist de gedachte ge opperd dat van een illegale stortplaats min of meer een legale gemaakt zou kunnen worden door het plaatsen van containers. Ik zou het colle ge dit willen ontraden, om de doodeenvoudige reden dat ik een geval uit de praktijk in Breda ken, waarin vanwege de gemeentelijke dienst een container was geplaatst voor het storten van ander vuil. Een en an der ontaardde weldra in een complete mesthoop, zodat men het betrok ken terrein weer geheel moest gaan opruimen. De suggestie is goed be doeld maar ik geloof dat men er niets mee bereikt als men een illega le stortplaats legaal maakt. De heer AMERICA: Graag wil ik enkele kanttekeningen maken. Allereerst wil ik tot wethouder Van Dun een dankwoord richten omdat de bewoners van het Pastoor Pottersplein geholpen zullen worden. Bij zonder merkwaardig vind ik het dat ik een vraag heb gesteld die pas na een vol jaar is beantwoord met de mededeling dat een en ander na uit voerig onderzoek volkomen onmogelijk is gebleken, terwijl een lid van de K. V. P. -fractie die iets vraagt, dit meteen toegezegd krijgt. In ieder geval is de toegezegde voorziening voor de omwonenden zeer prettig. In de tweede plaats verbaast het mij enorm --ik heb er eigen lijk om zitten lachen want een andere houding kan ik niet meer aan nemen -- als ik de vertegenwoordigers van de V. V.D. hoor spreken over de aanstelling van politie en de wijze waarop moet worden opge treden. Ik zou de V. V. D. -fractie willen aanraden bij de komende ver kiezingscampagne eens een andere weg te bewandelen, want op de wij ze waarop een en ander thans verloopt, gaat het niet goed. De heer DEES: Wij hebben de adviezen van de heer America niet nodig, want ik meen dat het met ons toch wel goed gaat'. De heer AMERICA: Ik wil u toch een heel goed advies geven dat mij veel meer aanspreekt en dat wellicht ook bepaalde mensen waartoe u zich richt meer zal aanspreken. De V. V. D. -fractie en de anderen die hierover spreken zouden eens minder bestraffend moeten optreden. Misschien zouden zij eens wat bloemetjes kunnen uitdelen aan de duizenden mensen die wél al tijd alles zo mooi opruimen. Over hen wordt vanavond niet gesproken, wij spreken over de burgers als vervuilers en wij zeggen bij wijze van spreken dat wij er onszelf bij betrekken. Ik zou eens willen kijken naar het beleid dat wij in de afgelopen drie jaren hebben gevoerd. Wat heb ben wij zelf -- de raad en het college -- gedaan? Hoeveel benzinepom pen hebben wij neergezet? Waren die nodig? Wij zetten altijd nieuwe scholen langs grote verkeerswegen. Waarom? In de woonwijken gaan wij nog steeds de wegen verbreden en er grote verkeerswegen van ma ken. Wij zetten in de woonwijken nog altijd hoge flats waarin het de mensen als het ware verboden wordt contact met de grond te hebben, een van de meest fundamentele dingen. Wij zetten de bejaarden bui ten het eigen leefmilieu. Ik noem zo maar enkele dingen op die voor mij veel fundamen teler zijn dan de hondenpoep waarover wethouders praten. Wethouder VAN DUN: De heer Dees heeft een subtiel onderscheid gemaakt tussen de toegezegde nota beleidsuitgangspunten en de nu gepro duceerde informatieve nota. Ik meen te mogen stellen dat de pretentie van de nota in hoge mate informatief is en dat wij gepoogd hebben het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1083