13 DECEMBER 1973 1094 hebben gedaan maar te ontdekken op welke wijze wij tot deze slechte gebouwen zijn gekomen, vooral met het oog op de toekomst. Een rol verdeling tussen directie, uitvoering en toezicht zoals in dit geval is on gewenst, Hetzelfde bezwaar had ik toen ik naar aanleiding van het voor stel inzake het zwembad-Noord enige ophef maakte van de naar mijn mening foute architectenkeuze. Er waren daarbij twee combinaties waar bij directie en uitvoering in één hand waren, hetgeen een essentiële fout is waaraan de overheid zeker niet kan en mag meewerken, In dat geval werd een samenloop van omstandigheden aangevoerd aangezien de ge meente het project na de aanbesteding moest overnemen van een stich ting, Een dergelijk argument is echter niet geheel rechtvaardig, want de gemeente was zeer nauw betrokken bij de gang van zaken. Ik meen zelfs dat de voorzitter van de stichting die de plannen heeft samengesteld een hoofdambtenaar van onze gemeente is. Juist over de kwestie van het duidelijk vaststellen van de verantwoor delijkheden bij de totstandkoming van de plannen en de uitvoering wil ik graag de mening van de wethouder horen. Wat betekent "begeleiding"? Het betekent niet alleen "dagelijks toezicht", want kennelijk heeft het ook het meedenken, mee-ontwerpen en mede gereedmaken vóór de aan besteding ingehouden. Een dienst als openbare werken kan daaraan fei telijk niet meedoen. Graag zou ik hierop de reactie van de wethouder willen horen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik ben blij dat de heer Froger nogal uitvoerig is ingegaan op het exposé van de kant van de K, V. P, De wethouder heeft al eerder gezegd dat het bouwwerk volgens het bestek is uitgevoerd, maar dat is nu juist één van de punten die wij zou den willen laten controleren. Dit is wel enkele malen gezegd maar het is niets meer dan een onbewezen stelling die gemakkelijk kan worden uitgesproken maar die naar onze mening gecontroleerd moet worden. De heer Van Duijl heeft voortdurend gesproken over een "onpar tijdig" onderzoek. Hoewel ik deze term had kunnen gebruiken, heb ik dat niet gedaan: ik heb gesproken over een "onafhankelijk" onderzoek. Ik heb daarvoor reeds een uitvoerige argumentatie gegeven die ik nog eens zal herhalen: een dienst die mede heeft voorbereid, opdracht heeft gegeven en heeft begeleid bij de bouw kan natuurlijk vervolgens zijn eigen bouwwerken objectief controleren. Daarvoor bestaan immers in stellingen als de raad van arbitrage. Ieder bedrijf wordt door een onaf hankelijke accountant gecontroleerd en daar zoekt niemand wantrouwen achter. Wat ik voorstel kan men als een soortgelijke controle zien maar daar wordt ineens een etiket van wantrouwen op geplakt. Mijn enige be doeling is echter de gang van zaken met betrekking tot de onderhavige flats voor het voetlicht te brengen, na te gaan of er een halt kan worden toegeroepen aan de enorme kosten van onderhoud die ons ongetwijfeld nog te wachten staan en te bekijken of de bewoners aan betere huisves ting geholpen kunnen worden. Dit is volstrekt niet ingewikkeld en het heeft niets te maken met wantrouwen. Dan wil ik nog even iets zeggen over de edelmoedige heren die mij beklaagd en verdedigd hebben. Ik moet eerlijk zeggen dat ik in de commissie geen beklagenswaardig gevoel had. Reeds vier jaar heb ik in de commissie zitting en het toneel dat nu is opgevoerd was wel he viger dan anders maar ik had het in verzwakte uitvoering al gezien. Ik meen dat het wel bekend is dat ik in allerlei kwesties in de commissie altijd alleen sta, omdat ik een wijze van opereren heb die afwijkt van die van de andere raadsleden, waardoor voortdurend botsingen ontstaan. De heer Van Caulil heeft gesproken van een "verkiezingscampagne" en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1094